Baghrir, pannenkoeken met ‘duizend’ gaatjes – Zodra het beslag de pan raakt, zie je ‘duizend’ gaatjes ontstaan in de pannenkoek die zich vormt, zo leuk.
De baghrir ook wel geschreven als ‘beghrir’ is een pannenkoek naar Marokkaans recept die aan één kant wordt gebakken. Het opmerkelijke aan deze pannenkoeken zijn de talloze gaatjes die erin ontstaan; het maakt ze heerlijk fluffy. Als je er een pannenkoek zonder gaatjes van weet te maken, dan heb je in de keuken ‘gefaald’ als goede Marokkaanse dochter, las ik ergens. Dan beloop je de kans door de hele familie uitgelachen te worden. Kortom, die gaatjes/holtes zijn een must.
Zoals voor alle traditionele recepten geldt die van moeder op dochter worden overgedragen, er zijn talloze variaties op het recept. Het beslag kan worden gemaakt met of zonder ei. Sommigen gebruiken melk, anderen alleen water en ook zie je combinaties van water en melk. Dan het meel: een combinatie van semolina en bloem of uitsluitend semolina; ik kwam van alles tegen. Een ding wijkt in ieder geval niet af: je eet deze pannenkoeken met gesmolten boter en honing. Als ontbijt, als lunch óf als toetje, heerlijk op ieder tijdstip van de dag eigenlijk.
In Noord Afrika en het Midden-Oosten is honing nog steeds het basisingrediënt om te zoeten. En honing is niet gewoon zoet, het bevat (net als wijn) een scala aan smaken die moeilijk te omschrijven zijn. Deze pannenkoekjes eet je bij voorkeur met ‘oranjebloesemhoning’. Oranjebloesemhoning is afkomstig van de bloesem van sinaasappelbomen.
Geen oranjebloesemhoning in huis? Gebruik dan een andere honingsoort, wel liefst eentje met een duidelijke ‘eigen’ smaak. Een scheutje oranjebloesemwater door het beslag werkt trouwens ook goed om die typisch Marokkaanse smaak te bewerkstelligen. Ik heb de pannenkoekjes met kastanjebloesemhoning geserveerd. Dat is een honingsoort met een heel eigen karakter. Een bijna koppige en lastig te omschrijven smaak, met een klein bittertje erin. Niet iedereen zal deze smaak op prijs stellen, want het is werkelijk geen vergelijk met de neutraal smakende acacica honing of het zachte romige van de klaverhoning. Maar, juist daarom vonden wij bagrhir en kastanjebloesemhoning een topcombinatie.
Bagrhir voor 4 tot 6 personen
- 150 fijne semolina
- 150 gram bloem
- 1 zakje gedroogde gist (7 gram)
- 2 zakjes bakpoeder
- snufje zout
- circa 500 ml lauwwarm water
- eventueel een scheutje oranjebloesemwater
erbij
- 75 gram gesmolten boter
- (oranjebloesem)honing
Meng beide meelsoorten met gist, bakpoeder en zout in een grote beslagkom. Voeg al kloppend (met een handmixer of garde) geleidelijk aan net zo veel handwarm water toe tot je een dik (pannenkoeken)beslag krijgt. Als je geen oranjebloesemhoning in huis hebt, maar wel oranjebloesemwater, dan is dit het moment om een scheutje van het bloesemwater toe te voegen. Blijf ongeveer 5 minuten flink doorkloppen. Laat het beslag dan (afgedekt) circa 20 minuten rusten.
Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag op een matig vuur. Schep (met behulp van een opscheplepel voor de soep) een laag beslag in de pan; neem zoveel beslag dat je een pannenkoekje met een doorsnede van circa 15 cm krijgt. Niet rondwalsen met de pan, het beslag loopt vanzelf voldoende uit.
Rechts op de foto zie je een pannenkoek die nog niet helemaal droog/gaar is- halverwege het bakproces. Bak de pannenkoek tot de bovenkant er helemaal droog uitziet. Laat hem (eventueel met behulp van een spatel) uit de pan glijden en houd hem warm. Bak de rest van de baghrir op dezelfde manier. Als de pannenkoeken niet goed los willen laten van de bodem van de pan, kan je er een héél klein beetje boter of olie met een kwastje over uitstrijken voor je het volgende beslag in de pan giet. Geen klontje, zoals bij de Nederlandse pannenkoek, echt een minuscule hoeveelheid.
Serveer de bagrhir warm. Giet een beetje gesmolten boter en een flinke schep honing uit over de gaatjeskant van de pannenkoeken en geniet!
Meel (en semolina) koop je natuurlijk bij de molenaar!