Het is weer volop kersentijd. Langs de weg zie je in nostalgische stalletjes dat de kersen weer volop aangeboden worden. Soms schreeuwerige borden langs de weg, ze zijn in ieder geval op diverse plekken in ons land duidelijk aanwezig. “Hier kersen eten” staat er dan. Wat ons betreft gaan we thuis kersen eten want in dit eenvoudige recept zijn de verse kersen rijkelijk vertegenwoordigd.
- 2 vellen witte gelatine
- 400 ml melk
- 6 eetlepels suiker
- geraspte schil van een halve biologische citroen
- 50 gram griesmeel
- 125 ml. slagroom
- 400 gram verse kersen
- 2 eetlepels (20 gram) maïzena
- 300 ml kersensap*
- poedersuiker
- takje citroenmelisse voor de garnering
Week de blaadjes gelatine een minuut of 10 in koud water. Breng ondertussen in een pannetje de melk, de helft van de suiker en de citroenschil aan de kook. Roer de griesmeel erdoor en laat al roerend 2 minuten koken. Haal de pan van het vuur, knijp de gelatineblaadjes uit en sla ze met een garde door de griesmeel. Laat het geheel een kwartier afkoelen.
Klop de slagroom stijf en spatel deze dan door de griesmeel. Zet de schaal in de koelkast en laat minimaal 4 uur opstijven.
Was de kersen en verwijder de pitten. Roer de maïzena door 4 eetlepels van het kersensap tot een gladde massa ontstaat. De rest van het sap met de rest van de suiker en de kersen aan de kook brengen. Het aangemaakte kersensap er bij doen, goed omroeren en nog een minuut mee laten koken. Dan het geheel af laten koelen.
Schep met behulp van een ijslepel (eerst even onder de warme kraan houden) balletjes uit de griesmeel en verdeel deze over de borden. Schep er met een soeplepel de kersensaus omheen. Garneer met een takje citroenmelisse en ga snel je gasten verrassen.
* Tip: Kun je niet zo makkelijk aan kersensap komen? Neem dan als alternatief een ander sap van rood fruit.