Aanzetten
Het aanbrengen van chocoladeschaafsel of gebrande nootjes aan de zijkant van een taart. U vult een bord met de gewenste decoratie en plaatst uw taart op een kartonnetje. Vervolgens neemt u de taart in uw ene hand en met de andere hand drukt u lichtjes de decoratie tegen de zijkant van uw taart.
Abricoteren
Het bestrijken van uw gebak met een verwarmde abrikozenmoes/jam met behulp van een bakkwast. Uw gebak zal hierdoor een mooie warme glans krijgen.
Au-bain marie
Het verhitten van (vloeibaar) voedsel door het in een vuurvaste schaal of kom in of boven een pannetje met kokend water te plaatsen. Wordt veel gebruikt om bijvoorbeeld chocolade te smelten.
Blind bakken
Het bakken van deeg met behulp van een steunvulling bijv. rijst, gedroogde peulvruchten of keramische bonen. Dit wordt gedaan om het rijzen van het deeg tegen te gaan, tevens voorkomt het gewicht van de vulling dat opstaande randen zullen inzakken. Dit wordt gedaan als de vulling een kortere baktijd heeft ofwel als de vulling later koud wordt toegevoegd.
Bruneren
Het roosteren van noten. Verspreidt de noten over een bakplaat en bak deze ongeveer 15 min in een voorverwarmde oven van 150 graden tot ze beginnen te verkleuren. Door het bruneren van noten krijgen uw noten nog meer smaak.
Fonceren
Het bekleden van een bakvorm met deeg, dit kan bladerdeeg maar ook koekjesdeeg zijn. Zorg er altijd voor dat het deeg gelijkmatig over de vorm verdeeld is en er geen luchtbellen ontstaan.
Karameliseren
Suiker omzetten tot karamel door middel van verhitting op lage temperatuur, dit verdient wel enige nauwkeurigheid, kleurt de suiker te donker dan wordt de ontstane karamel bitter. Het best kunt u iedere keer een kleine hoeveelheid suiker toevoegen en op die manier beetje bij beetje laten smelten. Pas op de ontstane karamel is zeer heet !
Lobbig
Het niet helemaal stijf slaan van slagroom, vaak wordt er ook gesproken over 3/4 stijf slaan, of opkloppen tot yoghurtdikte. Door het niet helemaal stijf te kloppen van de slagroom kan deze makkelijker met andere ingrediënten gemengd worden.
Maskeren
Het bedekken van een taart met een dun strak laagje slagroom of crème. Door uw taart te maskeren is uw oorspronkelijke taart/cake niet meer zichtbaar, door uw taart te maskeren kunt u dus eventuele oneffenheden wegwerken. Tevens kunt u het gemaskeerde laagje gebruiken als plaklaag voor als u uw taart wilt decoreren met nootjes of chocolade of wilt bekleden met marsepein of fondant.
Storten/ lossen
Het uit de vorm halen van gebak door deze om te keren op een theedoek of een rooster. Gebruikt u een theedoek bestrooi deze dan eerst lichtjes met suiker om plakken te voorkomen. Soms word het gebak dan nog een keer gedraaid om de bovenkant weer boven te krijgen. Dit doe je door een bord oid op je gebak te leggen, dit tezamen snel om te draaien, de vorm eraf halen en dan weer omdraaien met een rooster
Toeren
Het vouwen, uitrollen en vervolgens 90 graden draaien van het deeg. Bij het maken van bladerdeeg past u deze techniek minimaal 3 keer toe. Op deze manier ontstaan er laagjes van deeg en boter wat na het bakken het kenmerkende bladerende effect aan bladerdeeg geeft.
Tremperen
Het besprenkelen van een laag van uw taart met een siroop of alcoholische drank. Uw taart wordt hierdoor minder droog en u verhoogd hiermee de smaak. Besprenkel uw taartje met de vloeistof voordat u de vulling plaatst.
Wellen
Het in het water zetten van bijv. rozijnen of ander gedroogde vruchten om ze vocht op te laten nemen.