De drijfjacht – Op ontdekkingstocht met de poelier – Ik krijg een gastvrije uitnodiging om mee te gaan voor de jacht bij Philip Freiherr Von Oldershausen, in Oldershausen. Ik mag mee als drijver. Om acht uur ’s ochtends worden we verwacht. Goede schoenen, stevige kleren en handschoenen. Ik verwacht allemaal schutkleuren, maar iedereen heeft knal oranje accenten op zijn kleding en alle honden een dekje. Er moet niet per ongeluk op je worden geschoten! Ik krijg daarom een oranje hesje aan. Sommige honden hebben zelfs een kevlar hesje, om hun overlevingskans te vergroten, mochten ze door een wild zwijn gepakt worden. Ook hebben veel honden een tracker, zodat ze met gps kunnen worden teruggevonden, mochten ze kwijt zijn geraakt.
Voor aanvang worden de spelregels uitgelegd en wordt de drijfjacht in stijl aangeblazen door een regiment jachthoornblazers.
De drijfjacht is nog steeds een echt mannendingetje. Tussen de ongeveer 50 mannen sta ik – met nog één jongedame, die speciaal mee komt om foto’s te maken. Ik word gedoogd. Voor aanvang worden de spelregels uitgelegd en wordt de drijfjacht in stijl aangeblazen door een regiment jachthoornblazers.
Ik mag meelopen met de bosbeheerder. Een respectabele man, Winfried Muller, die afgelopen zomer nog een week in het ziekenhuis op sterven na dood heeft gelegen nadat hij was aangevallen door een volwassen mannetjes zwijn. Maar, ondanks zijn 77 jaar en zijn recente bijna-dood ervaring, gaat hij volle kracht vooruit. We gaan op zwijnenjacht, dus je moet naar de habitat van het wilde zwijn: die houdt van hele dichte bossen en liefst daar waar veel bramenbossen zijn. We lopen parallel op met 5 drijvers, ieder een geweer en net zoveel honden. We proberen ongeveer 25 meter van elkaar te blijven. Eerst een klein stukje door het beukenbos. Een eitje, al gaat het redelijk stijl naar beneden. Maar daar moeten we zo snel mogelijk weg zijn, want hier zitten geen everzwijnen.
Dan belanden we in dichter naaldbomen bossage. Tussen de kleine, dicht op elkaar groeiende kerstboompjes, dood hout dat op de grond ligt en hoge pluimen grassen door baden we ons een moeizame weg. De mededrijvers zie je al lang niet meer, dus je roept steeds naar elkaar ‘oho!’ om in elkaars nabijheid te blijven. Als een soort kam, moeten we het jachtgebied uitkammen. Want wilde zwijnen liggen overdag goed verstopt en laten zich niet makkelijk wegjagen. Winfried wijst me op sporen: ‘kijk, hier zie je sporen van hoeven’ of; ‘nog verse uitwerpselen’. We komen langzaam dichterbij.
En dan, wanneer ik denk dat het niet lastiger kan worden, wordt dat het natuurlijk toch. Een diepe greppel met water. Stijl vier, vijf meter naar beneden, proberen zonder al te natte voeten aan de overkant te komen en dan steil een glibberige kleiwand op klimmen. Ik trek me omhoog aan de takken van de begroeiing, de hond rent weg en neemt een andere route. Kan niet lastiger worden, denk ik weer, en natuurlijk vergis ik mij weer. We komen dichterbij en dat betekent bramenbossen. De bramen struiken groeien met lange stekelige takken tussen andere begroeiing. Ze blokkeren je route, trekken aan je, blijven hangen aan je kleding en haar en steken met scherpe stekels. Gelukkig heb ik wel stevige handschoenen, jas, broek en schoenen aan, maar af en toe knalt er eentje in mijn gezicht, of tegen mijn oren. Dat voel je. En het gebeurt ook regelmatig dat je met je benen gewoon verstrikt raakt in de takken, zoveel zijn het er. Ik probeer hoge stappen te nemen en ze zoveel mogelijk te pletten.
Aan het einde van de rit zijn er 26 everzwijnen geschoten, 2 reeën en 5 vossen
Maar we naderen ons doel. Winfried laat me de dekking zien waar de wilde zwijnen recent hebben gelegen. En de bomen met kale bast aan de onderkant, waartegen de zwijntjes graag hun ruggetje schuren om de beestjes uit hun pels te krijgen. En dan opeens gebeurt het: we hebben twee zwijnen opgeschrikt. De honden worden nu ook alert en geven hals. Je hoort het getrappel van de hoeven vlak bij je en even later zie ik twee jonge zwijntjes die achterna gejaagd worden door een paar honden. En weer even later; een flinke knal en nog eentje.
Om vijf voor twaalf is het schluss. Er mag niet meer worden geschoten, behalve om een aangeschoten dier af te schieten. We verzamelen bij een grote schuur en onder de overkapping staan lange tafels met banken voor een grote kop warme soep met brood. Voor de schuur staat een stelling opgesteld waarop de dieren één voor één worden gehangen en ontwijd. Dat betekent dat het bloed en de ingewanden eruit worden gehaald. Het is cruciaal om dat zo snel mogelijk te doen, anders wordt het vlees groen en niet meer goed te eten. Met de kop naar beneden bungelt de buit. Ik dacht van tevoren dat ik het lastig zou vinden om naar te kijken, maar dat is niet zo. Meer een gevoel van: dat hoort er nu eenmaal bij.
Wildrecepten: De lekkerste ideeën met diverse soorten wild
Half oktober begint het wildseizoen. Het culinaire hart van de wildliefhebbers gaat dan sneller slaan. Lekker Tafelen deelt wildrecepten!
Zodra wild is afgeschoten, worden ze met gps getagd. Zo kan de grote tractor met laadbak de dieren inladen en vervoeren. Want een beetje volwassen mannetje weegt wel 130 kilo.
Na de lunch gaan we in een ander deel van het domein jagen. Inmiddels weet ik wat er van mij verwacht wordt. Maar, tegen het einde van de drijfjacht, wanneer wij heel diep tussen de dichte bosjes en bramenstruiken zitten, stuiten we op een hele troep wilde zwijnen. Ik ruik ze (ze ruiken een beetje naar maggi), ik hoor ze en voel de grond onder mij schudden van hun getrappel. De drijvers roepen gespannen en staan met geweer in de aanslag. Ik moet dicht bij Winfried blijven om niet in het schootsveld komen te staan. Dankzij de luid blaffende honden kiezen de zwijnen toch het hazenpad en kan iedereen weer opgelucht ademen. Oké, ook dit hoort er dus bij. Ik voel me best wel stoer.
Pas nadat er –met hoorngeschal – eerbetoon aan het geschoten wild is gebracht, mogen we naar binnen
Aan het einde van de rit zijn er 26 everzwijnen geschoten, 2 reeën en 5 vossen. Deze laatste dieren worden nog meegenomen en pas nadat er –met hoorngeschal – eerbetoon aan het geschoten wild is gebracht, mogen we naar binnen bij onze gastheer en –vrouw waar ons een voedzame maaltijd wacht mét schnapps. Een hele bijzondere ervaring en ik voel mij bevoorrecht dat ik dit heb mogen meemaken.