De Ierse keuken; eenvoudig maar smaakvol – De Ierse keuken is eenvoudig en niet geraffineerd, maar wel smaakvol. De Ieren verstaan de kunst om met bescheiden ingrediënten als aardappelen en groenten, heerlijke door-de-weekse gerechten te maken. Tijd dus voor een kennismaking met deze keuken.
Een korte geschiedenis van de Ierse keuken
De ontwikkeling van de Ierse keuken heeft alles te maken met het Ierse klimaat en de geschiedenis. Ierland is een groen eiland waar het veel regent. De grond bestaat vooral uit klei, veen en turf. Er zijn niet veel bossen, maar wel veel rivieren. De meest vruchtbare stukken land liggen in het Noordoosten.
Engeland de baas: invloed op de Ierse keuken
Tegen het einde van de 12e eeuw werd het Engelse koningshuis de baas over Ierland. Aanvankelijk gaf dat nog niet zoveel problemen. Dat veranderde toen Henri VIII in de 16e eeuw een nieuw geloof (de Anglicaanse kerk) in het katholieke Ierland probeerde te introduceren. Dit stootte op zoveel verzet, dat Henri VIII militair ging ingrijpen in Ierland. De Ieren werden uit het vruchtbare Noordoostelijke deel van hun land verdreven. Hier graasde vanouds veel vee, in de rest van het land nauwelijks. Vanaf dat moment kwamen vlees, boter en kaas steeds minder vaak op het menu.
Aardappelen worden hoofdvoedsel
Noodgedwongen gingen de Ieren over op het planten van aardappelen, een nieuwe groente die het wonderwel deed in de drassige grond. Dankzij het milde klimaat, hadden de aardappelen weinig last van ziektes en zelfs een relatief klein stukje land, bracht een grote opbrengst op.
De aardappel: de kurk waar Ierland op drijft.
Aardappelen werden het hoofdvoedsel van de (arme) Ierse bevolking. Daardoor echter ontstonden ook creatieve aardappelgerechten, zoals boxty pancakes en potato farl (twee soorten aardappelpannenkoekjes) en aardappelbrood. Toen halverwege de 19e eeuw de aardappeloogst een aantal jaren achter elkaar mislukte, brak er dan ook een grote hongersnood uit in Ierland. Hierdoor stierven meer dan een miljoen inwoners (!) en emigreerde meer dan de helft van de Ierse bevolking naar Amerika.
Graan en brood
Tot de komst van de aardappel bestond de Ierse landbouw vooral uit granen, die gebruikt werden voor zowel brood, pap als bier. Vanwege het klimaat, waren de granen erg zacht. Hiermee kon je eigenlijk geen goed brood bakken. Aardappelbrood werd een goed alternatief in de Ierse keuken. Maar met de intrede van bakzout (baking soda, of natriumbicarbonaat) halverwege de 19e eeuw, kon er een goed alternatief brood komen: het beroemde Ierse sodabread.
Dagelijks menu; weinig vlees, melk en boter
Het dieet werd aangevuld met lokale groenten zoals (witte) kool, boerenkool, prei, ui en wortel, vis en soms een stukje vlees. Echt vlees was voor de meeste arme boeren te duur om zelf te consumeren. Van het bloed dat bij de slacht vrij kwam, werd daarom bloedworst gemaakt voor eigen gebruik. De rest werd noodgedwongen verkocht aan de Engelse overheersers. In diverse traditionele Ierse recepten (en bij het ontbijt) kom je daarom nog bloedworst tegen.
Hetzelfde geldt voor melk en boter. Melk en boter werd zoveel mogelijk verkocht en de na fabricatie overgebleven karnemelk behield men voor eigen consumptie. De karnemelk gebruikte men in het brood, in koekjes en toetjes.
Iers lamsvlees: eigenlijk pas een recente ‘uitvinding’
Wie door Ierland reist, ziet groene lapjes grond met wollige bolletjes erop: dit zijn de Ierse schapen die zich dankzij hun dikke vacht goed houden in het Ierse klimaat. Aanvankelijk werd slechts hun wol gebruikt, maar nadat de Ieren zagen dat de Engelsen de schapen ook aten, zijn zij dat ook gaan doen. Pas sinds de laatste decennia van de vorige eeuw kwam ook het luxere lamsvlees in de Ierse keuken terecht. Want eenmaal geslacht, levert zo’n beestje natuurlijk geen wol meer op. Bijzonder smakelijk is het vlees van de lammeren die op de zilte weiden vlakbij de kust grazen.
Eenpansgerechten
Nog meer dan in Nederland, deden de ovens pas heel laat hun intrede in de Ierse huishoudens. Vaak werd er in een ketel boven het open vuur gekookt. Dat resulteerde in diverse stoofschotels, zoals de bekende Irish stew of de Dublin coddle. De Ierse keuken kent ook stamppotten. Zoals hun eenvoudige, doch smakelijke gerecht Colcannon: een stamppot van aardappel met boerenkool, witte kool (of soms Chinese kool) en bosuitjes. Met een kuiltje, niet voor de jus, maar voor de gesmolten boter, die erbij wordt geserveerd. Colcannon wordt vaak gegeten met een stukje ham of spek.
Ierland: omringd door de zee
Ierland is een eiland met – dankzij zijn grillige kust – een enorme kustlijn van duizenden kilometers. Langs de westkust deint de Atlantische oceaan, ten zuiden eigenlijk ook, maar aan dat deel is de benaming Keltische zee gegeven en ten oosten stroomt de Ierse zee. Deze zeeën zijn rijk aan vissoorten en schaal- en schelpdieren. Langs de kust staan deze heerlijkheden dan ook frequent op de kaart. Vooral beroemd zijn de oesters, hartschelpen (een schelp die op de kokkel lijkt) en mosselen, maar ook kabeljauw en makreel worden veel gevangen en gegeten.
Ierse zalm en zeeforel
Zalmen en zeeforellen worden geboren in de rivieren, groeien op in de zee en zwemmen dan terug naar hun geboortestreek om zich daar voort te planten. Nadat ze zich hebben voortgeplant, zwemmen ze weer terug en dan kunnen ze in de Ierse rivieren (duurzaam) worden gevangen. Ze vormen een welkome aanvulling op het Ierse dieet.
Drank en de Ierse pub
Net zoals Engeland heeft Ierland een omvangrijke pubcultuur. Ook in Nederland is de Ierse pub een begrip geworden en staat hij voor gezelligheid, drank en comfort food. Graag lichten we een paar typische Ierse dranken nog wat toe.
Ierse Whiskey
De whisky is in Ierland uitgevonden. De Ieren noemden het ‘uisge beatha’ wat zoveel als ‘levenswater’ betekent in het Gaelic. Volgens de overlevering was de Engelse Koning Hendrik II, die Ierland in de 12e eeuw veroverde, erg onder de indruk van de Ierse soldaten die onder invloed van deze ‘toverdrank’ streden. Omdat Hendrik II geen Gaelic sprak, sprak hij de naam van de drank uit als whisky en beval hij de soldaten de drank mee terug naar Engeland te nemen waar het werd nagemaakt in Schotland. Om zich te distantiëren van de Schotten, schrijven de Ieren whiskey in plaats van whisky.
Ierse whiskey is niet alleen geliefd om puur te drinken, maar ook lekker de koffie -Irish coffee – of andere gerechten.
Last but not least: Guinness
Ierland is hét land van de bittere donkere bieren, die worden verkocht als stout. Stout betekent sterk in het gaelic. En sterk zijn ze. Ze danken hun smaak en kleur aan het feit dat de mout geroosterd wordt. De bekendste bierbrouwer van stout bier – tevens de oudste bierbrouwer van dit bier – is Guinness. Maar sommige kenners zweren bij de twee concurrenten: Beamish of Murphy’s.
Alhoewel je deze bieren in flesjes of blikjes kunt krijgen, smaakt dit biertje aan de tap nét anders. Dankzij de tap zonder druk (de barkeeper moet flink ‘pompen’ om het bier uit het vust te krijgen) komt het bier heel langzaam in het glas en krijgt het een romige schuimkraag die langzaam van onder naar boven trekt. Hierdoor krijg je – naast de typisch bittere smaak – een hele romige smaak, die je mist wanneer je hem uit een flesje of blikje schenkt.