Lamsschouder
Een lamsschouder is een veelzijdig en wat goedkoper deel van het lam. Vaak wordt het zonder been opgebonden en als een rollade bereid. Probeer eens om het vlees zelf te kruiden, daarna op te rollen en vast te binden met touw. Gebruik verse kruiden zoals rozemarijn, tijm of oregano samen met twee teentjes knoflook en wat broodkruim om het vlees te vullen. Bij lamsvlees mag je best wat krachtige smaken gebruiken. Ik zou het uitbenen trouwens aan de slager overlaten, het is best een precies werkje.
Met been
Maar een lamsschouder kan ook prima als geheel met been bereid worden. Het is vlees waar je tijd voor moet uittrekken, dat lang mag stoven in een braadpan of de oven om het zo mals mogelijk op tafel te zetten. Zet de schouder als mooi groot geheel op tafel en trek dan pas het vlees uit elkaar.
Wanneer is jouw stuk vlees gaar
Niet elke schouder is even groot, gebruik daarom een kernthermometer om er zeker van te zijn dat je vlees goed gegaard is. Heb je deze niet in huis, probeer dan met twee vorken voorzichtig of je het vlees makkelijk uit elkaar kan trekken. Lukt dit, dan is de schouder klaar. Maak je wel gebruik van een thermometer houd dan een themperatuur van 65-67 graden aan. Zorg ervoor dat de thermometer niet tegen het bot aan zit, dat is altijd een paar graden warmer.
Tip
Heb je een wat grotere schouder en heb je vlees over, bak dat de volgende dag op en doe het op een warm broodje of gebruik het voor een ragout.
Wil je zelf eens een complete lamsschouder bereiden bekijk dan dit recept van een in de oven gegaarde schouder eens.