Rare, medium of well-done. Hoe vindt jij je biefstuk lekker? En, nog belangrijker, hoe doe je dat dan? Hier een aantal handige tips. Het resultaat? Een heerlijk sappige, goed gebakken, biefstuk in de door jou gewenste gaarheid.
Het bakken van een lekker biefstukje is zeker geen probleem meer met deze slimme tips.
- Verhit je koekenpan op matig hoog vuur. Zorg dat de koekenpan z’n temperatuur bereikt heeft voor je het biefstukje er in legt. Dit zorgt ervoor dat de biefstuk schrikt en daardoor blijven de sappen binnen. Resultaat? Een heerlijk sappig biefstukje.
- Doe geen vet in de pan, maar sprenkel wat goede olie over je biefstuk. Zo voorkom je dat de biefstuk aan de pan vastplakt.
- Een 2 cm. dikke biefstuk bak je 2 a 3 minuten aan ieder kant voor een bijna rauwe steak op je bord. Bak je 4 minuten aan elke kant is het resultaat medium. Neem je er 5 a 6 minuten per kant de tijd voor, dan leg je straks een lekker doorbakken (well-done) biefstukje op je bord.
- Blijf niet draaien. Draai je biefstuk slechts één keer. Dat voorkomt dat het uitdroogt. En, ook heel belangrijk, ga niet met een vork aan de slag maar gebruik een vleestang om je biefstuk te draaien. Met een vork prik je natuurlijk gaatjes in het vlees waardoor de vleessappen (die we in stap 1 opgesloten hadden) alsnog kunnen ontsnappen.
- Leer voelen. Om te weten of je biefstuk de gewenste gaarheid heeft kun je met de achterkant van de vleestang in het midden van een biefstukje drukken. Wat voel je? Als de biefstuk zacht aanvoelt is het rare, voelt de biefstuk iets steviger aan dan is het een medium steak en is het veerkrachtig dan serveer je een well-done steak. Niet te onzeker, gewoon doen en op je gevoel vertrouwen.
- Uit de pan op je bord? FOUT. Leg je biefstukje eerst even 5 minuten weg onder folie. De spierweefsel in je vlees ontspannen zich dan en de sappen moeten zich even settelen.
Met deze 6 tips in je achterhoofd zet jij de volgende keer een super steak op tafel.