Spoorelementen zijn eigenlijk hetzelfde als mineralen. Het verschil zit hem in de hoeveelheid die we
er van nodig hebben. Spoorelementen zijn onmisbaar voor een goede gezondheid en een normale groei en ontwikkeling van ons lichaam. We zijn niet in staat om zelf spoorelementen aan te maken en krijgen ze binnen via onze voeding. Door gevarieerd te eten kan voorkomen worden dat er tekorten aan spoorelementen ontstaan.
WELKE SPOORELEMENTEN KENNEN WE?
De bekendste spoorelementen zijn: ijzer, jodium, koper, mangaan, molybdeen, seleen en zink.
- Wat doen nu die spoorelementen, wat is hun taak in het lichaam?
- In welke voedingsmiddelen komen ze voor?
- Wat zijn de gevolgen als we teveel spoorelementen of te weinig spoorelementen binnen krijgen?
- Wie loopt een risico op een tekort aan spoorelementen?
IJZER
IJzer komt voor bladgroenten, volkoren graanproducten, noten, vlees, vis, ei, gedroogd fruit,
peulvruchten en orgaanvlees.
IJzer is belangrijk als bestanddeel van het hemoglobine (het neemt zuurstof op in de longen en vervoert het naar de lichaamscellen). IJzer vormt ook een bestanddeel van spierweefselpigment en het vormt een bestanddeel van een aantal enzymen.
Als je te weinig ijzer binnen krijgt kan er bloedarmoede ontstaan. Ook zorgt een tekort aan ijzer voor een gebrek aan eetlust. Een tekort aan ijzer verminder het prestatie vermogen en het concentratie vermogen . Ook kan je hoofdpijn krijgen door ijzer te kort.
Als je teveel ijzer binnen krijgt kan het zich uiten in diarree, chronische vermoeidheid, in gewrichtsklachten en er kunnen stoornissen in de lever ontstaan.
Risico groepen voor een tekort aan ijzer zijn zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
Ook menstruerende vrouwen, ouderen, veganisten en mensen met chronisch bloedverlies (door
bijvoorbeeld maag- en darmzweren) kunnen een te kort aan ijzer hebben.
TIP!
EET BIJ DE MAALTIJD OOK IETS VAN FRUIT! DAAR ZIT VITAMINE C IN. DE VITAMINE C ZORGT ER VOOR DAT HET IJZER UIT DE VOEDING DAN BETER OPGENOMEN WORDT!
VEGETARIËRS
Vegetariërs kunnen makkelijk een ijzertekort oplopen en daarom moeten ze goed op het volgende
letten om ijzertekort te voorkomen:
- Eet voldoende ijzerrijke producten als volkorenbrood, volkorenpasta en peulvruchten, zoals bruine bonen en linzen .
- Neem bij elke maaltijd groenten of fruitsoorten die rijk zijn aan vitamine C, want dan neemt het lichaam ijzer gemakkelijker op. Bij het ontbijt kun je denken aan een glas sinaasappelsap, bij de lunch een stuk fruit en bij het avondeten zit over het algemeen voldoende groente.
- Als je vleesvervangers eet, kies dan bij voorkeur vleesvervangers die ijzer bevatten.
JODIUM
Jodium komt voor in gejodeerd zout (Jo-Zout), in producten waarin Jo-Zout is gebruikt, in zeezout, in
zeewier, schaal- scheldieren (oesters en garnalen) en in zeevis.
Jodium is een belangrijk bestanddeel van het hormoon thyroxine. Jodium is belangrijk bij het
omzetten van β-caroteen naar vitamine A. Jodium heeft invloed bij de opbouw van lichaamseiwitten
en zorgt voor een goede opname van koolhydraten uit de dunne darm. Ook beïnvloed jodium de
opbouw van cholesterol.
Als je te weinig jodium binnenkrijgt kan dat zich uiten in dwerggroei of idiotie. Het kan een
schildklierverdikking veroorzaken, voor groeiachterstand zorgen. Te weinig jodium kan er ook voor
zorgen dat de intellectuele prestaties verminderen. Tevens zorgt een tekort aan jodium voor een te
trage stofwisseling waardoor het gewicht toe neemt (hypothyrodie).
Een teveel aan jodium komt hoogst zelden voor maar kan zorgen voor een verhoogde schildklierwerking (hyperthyroïdie).
Risico groepen voor een tekort aan jodium komen voor in landen waar de bodem arm is aan jodium. In Nederland is de bodem arm aan jodium maar in Nederland wordt jodium toegevoegd aan brood.
KOPER
Koper komt voor in groente, fruit, vlees, brood, graanproducten en cacaoproducten
Koper speelt een rol bij de vorming van bind- en botweefsel. Het zorgt ook voor de vorming van pigment van het haar en een goede werking van het afweer- en immuunsysteem.
Als je te weinig koper binnen krijgt kan het zich uiten in bloedarmoede, verminderde huidpigmentatie en in botontkalking. Dit komt echter maar zelden voor.
De kans dat je teveel koper binnen krijgt via je eten is klein. Mensen met de ziekte van Wilson hebben te veel koper in hun lichaam. De ziekte van Wilson is een stofwisselingsziekte. Een teveel aan koper is te herkennen aan geïrriteerde darm- en slijmvliezen en aan misselijkheid, braken en diarree.
MANGAAN
Mangaan komt voor in volkorenbrood en volkoren graanproducten, groente, thee en fruit.
Mangaan is belangrijk bij de energiestofwisseling in ons lichaam.
Voor de mens zijn geen specifieke symptomen bekend van een mangaantekort. Wel zijn in een experimentele studie bij proefpersonen die een voeding kregen met weinig mangaan huidafwijkingen vastgesteld. Bij proefdieren zijn afwijkingen in de hersenen en het skelet vastgesteld.
Een te veel aan mangaan kan neurologische klachten veroorzaken, maar dat komt zelden voor.
MOLYBDEEN
Molybdeen komt voor in brood, graanproducten, melk en peulvruchten.
Molybdeen is een onderdeel van een beperkt aantal enzymen dat betrokken is bij de stofwisseling.
Een tekort aan molybdeen is nog niet voorgekomen bij de mens.
De kans op teveel molybdeen is erg klein, het kan leiden tot extra koper verlies via de urine.
SELEEN
Seleen komt voor in veel voedingsmiddelen, zowel in dierlijke (vis en vlees) als in plantaardige
producten.
Seleen functioneert als antioxidant. Seleen zit in de lever en beschermt rode bloedlichaampjes en cellen tegen beschadiging. Seleen is ook belangrijk voor een goede werking van de schildklier. En mogelijk werkt seleen ook tegen het ontstaan van prostaatkanker.
Er zijn aanwijzingen dat jonge kinderen en zwangere vrouwen minder seleen binnen krijgen dan ze nodig hebben. Een langdurig ernstig tekort aan seleen is te herkennen aan hartstoringen, spierpijn en spierzwakte
Door gebruik van te veel voedingssupplementen kan een overschot aan seleen ontstaan. Een overdosis is te herkennen aan verlies van haar, nagels en tanden, aan huidbeschadigingen en aan aandoeningen van het zenuwstelsel.
ZINK
Zink komt in kleine hoeveelheden voor in vlees, kaas, graanproducten, noten en schaal- en schelpdieren zoals garnalen en mosselen.
Zink is nodig bij de opbouw van eiwitten, de groei en ontwikkeling van weefsel, en zorgt voor een goede werking van het immuunsysteem.
In Nederland zijn geen gevallen bekend van zink te kort.
Het is vrijwel onmogelijk om een teveel aan zink binnen te krijgen via eten.