Een goede schnitzel herken je meteen: dun vlees, knapperige korst, niks zompigs. Het paneren is daarbij echt de sleutel. Gelukkig is het simpel als je weet wat je doet. Hier lees je stap voor stap hoe je thuis zelf de lekkerste schnitzels maakt.
1. Kies goed vlees
Voor een klassieke Wiener schnitzel gebruik je kalfsvlees. Liefst van de platte bil of fricandeau – mals, met een zachte smaak. Je kunt ook prima gaan voor varkensvlees (bijvoorbeeld fricandeau of varkensfilet), of kipfilet als je een lichtere variant wilt. Belangrijkste? Vers vlees, zonder vel of vet.
2. Vlees plat maken en op smaak brengen
Leg het vlees tussen twee stukken plasticfolie of bakpapier. Sla het voorzichtig plat met een vleeshamer, deegroller of een stevige pan. Doel is een dikte van zo’n 3 tot 5 mm.
Daarna kruid je beide kanten met zout en peper. Dat is de basis. Je kunt nu ook wat paprikapoeder, knoflookpoeder of andere kruiden toevoegen voor extra smaak.
3. Paneerstation klaarzetten
Je hebt drie borden nodig:
- Bloem – zorgt dat het ei goed hecht
- Ei – losgeklopt met een beetje zout en een eetlepel water
- Paneermeel – traditioneel, panko voor extra crunch, of zelfgemaakt van oud brood
Wil je wat extra smaak? Meng dan wat fijngehakte kruiden of specerijen door het paneermeel.
4. Paneren
Volg deze volgorde:
- Bloem – haal het vlees erdoorheen, schud overtollige bloem af
- Ei – zorg dat alles goed bedekt is
- Paneermeel – druk licht aan, maar niet té hard; je wilt een luchtige korst
Leg de gepaneerde schnitzels daarna op een bord of rooster en laat ze 15 tot 30 minuten rusten in de koelkast. Dat helpt de paneerlaag goed hechten.
5. Schnitzels bakken
Gebruik een mix van geklaarde boter en olie (bijv. zonnebloem of arachide). Verhit dat in een grote koekenpan. De schnitzel moet als het ware kunnen “zwemmen” – dat zorgt voor gelijkmatig bakken.
Bak ze één voor één, of hooguit twee tegelijk. Zo blijft de temperatuur in je pan stabiel. 2 à 3 minuten per kant is vaak genoeg. Laat daarna even uitlekken op keukenpapier. Warm houden? Zet ze in een oven van 160 °C.
Tips voor extra lekkere schnitzels
- Kruid vooraf: paprika, kerrie, of een specerijenmix doen wonderen.
- Speel met het paneermeel: panko voor crunch, of zelfgemaakt voor extra smaak.
- Goede temperatuur: olie moet echt heet zijn, anders krijg je een vette hap.
- Niet proppen in de pan: anders daalt de temperatuur en wordt het niks.
- Direct serveren: warm zijn ze op z’n best. Met een schijfje citroen, frietjes of aardappelsalade, en iets fris erbij.
Met een beetje aandacht tover jij een simpele schnitzel om tot iets waar iedereen blij van wordt. En of je nu gaat voor klassiek of een kruidige eigen variant… het begint altijd bij goed vlees en een krokant jasje.
Tafel lekker !!
Schnitzels
Heerlijke recepten voor schnitzels. Inclusief tips voor paneren.