Luik, om te smullen! – Luik, de stad waar vele met mij, vaak doorheen gereden zijn op weg naar het zuiden, maar nooit gestopt zijn. Ondanks dat je tegenwoordig om de stad heen kan rijden, blijf ik de weg langs de kades onder en over de bruggen volgen. Het heeft wat Luik, het eerste ‘Ik ben in het buitenland gevoel, de vakantie is nu echt begonnen!’. Hier wordt geen Nederlands meer gesproken maar Frans, hier heb je het over een boucherie en niet een slagerij, hier is een lunch niet ons broodje kaas, maar neem je ruim de tijd en wanneer je weer staat te wachten voor een stoplicht vraag je je af waarom ze de gevels van die prachtige huizen niet opknappen. Veel ‘geweest’ dus, maar nooit echt gestopt.
Een stad met historie, een universiteit, musea, de grootste wekelijkse markt van België en bijzondere eigen gerechten. Raar eigenlijk dat ik, als lekkerbek, nooit even de auto aan de kant heb gezet en, al was het maar een paar uur, meer van Luik ben gaan bekijken en vooral proeven. Samen met een groep Nederlandse en Vlaamse journalisten kreeg ik de kans om dit daadwerkelijk te gaan doen. Deze keer niet met de auto, maar relaxed met de trein, want Luik is prima bereikbaar via het spoor.
Met de trein, zo anders
Hoe anders is de aankomst in het treinstation Luik-Guillemins, dan wanneer je met de auto de stad inrijdt. Zo grauw als Luik met de auto kan zijn, zo modern, licht en wit is het prachtige station van Santiago Calavatra. Wie ooit in Valencia het museum der Kunsten heeft gezien, herkent zijn hand direct. Vanuit het station loop je in een bijna rechte lijn in een minuut of 10 direct naar het Museum Boverie (gratis elke eerste zondag van de maand!). Dit museum ligt op een eiland in de Maas en rondom is een prachtig park, waar regelmatig evenementen gehouden worden. Zo is er de komende 24 juni de BBQ du terroir, een festival aan de oevers van de Maas, waar je lokale producenten en hun producten kan vinden, in een bootje kan stappen, de kinderen lekker kunnen spelen en dat alles begeleid met een hapje, drankje en natuurlijk muziek.
Luikse wafels
Iets meer naar het noorden vind je het oude centrum, met volop steegjes, winkeltjes, restaurantjes en heel veel lekkers. De Luikse wafel bijvoorbeeld. Je vindt hem overal door de stad, maar het miniwinkeltje Une Gaufrette Saperlipopette is absoluut een stop waard. In het deeg zit parelsuiker, geen andere zoetigheden meer nodig. Ik proef de kleine versie, de echte is ongeveer 4x zo groot. Voor mij voldoende, er is nog meer te proeven, maar ik neem mij voor, later (voor thuis) terug te komen voor de echte Luikse wafel. Dan schrijf ik meteen wat op een viltje, stapels liggen er in dit zaakje met allemaal boodschappen van mensen over de hele wereld.
Lunch is het eerste belangrijke moment
Wij zijn ’s morgens op tijd vertrokken om met stadsgids Yvette Luik te ontdekken. Het is nog wat vroeger op de dag en het valt mij op dat, hoewel er als openingstijd half 10 of 10 uur op de winkels staat, dit bijna nergens letterlijk gevolgd wordt. Kom daar in Nederland maar eens om, de eerste klachtbrief ligt dan voor het middaguur al in de brievenbus. Deze stad begint later te leven, lunch is het eerste belangrijke moment en behalve toeristen zie je dan ook geen locals door de straten en steegjes lopen.
Witte pens
In het autoloze straatje ‘En Neuvice’ is de slager wel open. De slogan ‘Ici tout est bon’ (vert: hier is alles goed) in neonletters voor het raam van slagerij Colson laat zien dat deze zaak staat voor zijn producten. Boudin blanc bijvoorbeeld, de witte worst die in Luik traditioneel met witte pens en Marjolein gemaakt wordt. In hetzelfde straatje vind je het zaakje ‘Le petits Producteurs’, waar lokale en/of biologische producten te krijgen zijn. Niet dat je nu meteen met een tas vol sla, aardappels en uien naar buiten komt, maar het laat zien dat ook hier steeds meer gewerkt wordt aan bewust nadenken over je voeding. Spreuken in etalages zie je hier trouwens meer, wie er op let kan een hele verzameling aanleggen.
Ja, chocola!
Over de chocoladewinkels struikel je, Voor de liefhebber zijn hier bonbons, repen, snorren op stokjes en meer te vinden in allerlei prijsklassen en uit net zoveel landen. Loop in plaats van die bekende keten die je ook overal in Nederland vindt eens zo’n zaakje in. Of volg een workshop, bijvoorbeeld bij Carré Noir, ook in de En Neuvice. De eigenaresse Mélanie vertelt je graag alles wat je wilt weten en je gaat met een goed gevulde tas weer weg.
Bier en peket
Ook in Luik zie je de opkomst van speciale bierwinkels, zo heb je het Beerlovers’ Café met de naast gelegen bierwinkel. Schuin ertegenover vind je het ‘Maison du Peket’, waar ze wel 30 soorten jenever schenken. Denk hierbij niet aan dat spul dat wegbrandt in je keel, maar aan mierzoete drankjes waar je heel gevaarlijk snel wat meer van weg tikt dan misschien goed voor je is. Peket is overigens Waals voor pikant, maar de paar glaasjes waar ik aan nip hebben niets pikants.
De trappen, doen!
Iets dat je zeker niet mag overslaan is de stad vanaf de heuvels bekijken. Je kan hiervoor de trap in de Montagne de Brueren nemen met zijn 374 treden, maar wanneer je beneden vlak voordat de trap begint linksaf slaat, dan kom je in een wijkje met kleine steegjes en kortere trapjes. Deze ‘kruip door, sluip door en gestaag omhoog route’ brengt je uiteindelijk ook boven en er zijn wat leuke plekken om onderweg te stoppen, zoals Brasserie C en Brouwerij Curtius, waar echt Luiks bier gebrouwen wordt. Uiteindelijk kom je uit bij oude kloostertuinen, de Terrasses de Minimes. Het klooster is er niet meer, maar er is hier nog steeds volop eetbaars te vinden. De munt groeit hier uit de oude muren, vijgenbomen staan beschermd ernaast, venkel eronder. Het is de moeite waard, het uitzicht over de stad is prachtig en de rust hierboven bijzonder.
Op de weg terug naar beneden vertelt onze gids over het initiatief van de stad Luik om overal bloembakken te plaatsen voor bewoners. Niet voor geraniums, maar voor eetbare planten. Op deze manier hoopt de stad meer bewustzijn over voeding bij bewoners te creëren. Je moet het weten, anders let je er niet op, maar lopend naar beneden zie ik zo nu en dan een bak met kruiden en groenten staan. Goed initiatief en maakt een stad meteen groener.
Luikse koffie en Luikse ballen
Om met de laatste maar te beginnen, deze kan je overal in de stad krijgen. Luikse ballen zijn gehaktballen met een saus gemaakt van Luikse stroop. Luikse stroop is een stroop gemaakt op basis van appels en peren. Ik ben zelf meer fan van een wat hartige saus, maar je moet het zeker even proeven. Ik las trouwens ergens dat Luikse stroop ook wel poepgelei wordt genoemd, je mag zelf bedenken waarom ;). Luikse koffie is daarentegen meer mijn ding. Lekker zoet en romig. Sterke koffie, room en roomijs met koffiesmaak. Als dessert of ijskoud op een terrasje. Le bistro d’en Face is een van de beste plekken om deze koffie te bestellen en won al een keer de titel: lekkerste Luikse koffie. De oorsprong van de naam Luikse koffie heeft trouwens alles te maken met de 1e wereldoorlog en de betekenis van Luik daarin. Google is (soms) je beste vriend, dus wil je er meer van weten zoek het zeker even op.
(Nog meer) Eten in Luik
Er zijn zoals in elke grotere stad natuurlijk ook in Luik talloze restaurantjes en brasseries te vinden. Hadden we ’s middags al overvloedig Italiaans geluncht bij Maccheroni (tip, neem de ravioli met sinaasappel!), voor de avond was nog meer lekkers bedacht. Het restaurant waar het bureau van toerisme ons voor het diner mee naar toenam is net even anders dan de rest. Restaurant Le Thème wijzigt namelijk ieder jaar het thema van het restaurant. En dan pakken ze het ook grondig aan: de kleuren van de muren, de vloerbedekking, de accessoires, de tafelaankleding, belichting en natuurlijk het menu. Je moet dit echt weten te vinden, in een steegje met een schattige binnenplaats, net tegen het centrum aan.
Het thema deze keer is de jaren 20 van de vorige eeuw, de periode van de drooglegging. Het stiekem ergens alcohol drinken. Hier moet je (dit jaar) dan ook eerst aanbellen voordat je binnen mag. Leuk was dat aan een andere tafel een stel compleet in de kleding van die periode zat te dineren. Geen foto van gemaakt, er is een grens, ze zaten zo gezellig en gingen helemaal op in elkaar en de beleving.
Luik, stop of overnacht er eens!
Luik of Liège op z’n Frans, is het waard om het niet alleen als het zoveelste fileknelpunt te zien op weg naar de camping in de Ardennen of de Route du Soleil, maar als echte stedentrip. Het heeft het allemaal. Een historisch centrum, pleintjes, steegjes, winkeltjes, terrasjes, restaurants, brasseries, musea, parken. Neem de vrijdagmiddag vrij, pak de trein en struin, eet en drink, geniet van de stad en reis op zondag op je gemak weer naar huis. En als je dan toch op doorreis bent richting Zuid, ga dan niet met je bammetje op een parkeerplaats langs de rijksweg staan, maar sla af, zet je auto in een parkeergarage en geniet op een terrasje. Het is vakantie, morgen is een nieuwe dag!
Ps: heb je wat meer tijd: Tot 26 oktober vind je elke 2e en 4e donderdag in de maand een markt met lokale producten op de Place Xavier Neujean (15.00-19.00 uur).
Adressen en meer informatie:
Bureau van Toerisme Luik:
www.liegetourisme.be/nl/
www.ouftitourisme.be/
www.visitezliege.be/nl/
Luikse wafel: Une Gaufrette Saperlipopette, Rue des Mineurs 7 www.facebook.com/UneGaufretteSaperlipopetteofficiel/
Boucherie Colson, En Neuvice 42
www.facebook.com/boucheriecolson/
Carré Noir: En Neuvice 29
www.carrenoir.be
Maison du Peket, Rue de l’Épée 2
http://www.maisondupeket.be/
Beerlovers’ Café, Rue de la Violette 9
http://beer-lovers.be/
Le Bistrot d’en Face, Rue de la Goffe 8
www.lebistrotdenface.be
Trattoria Maccheroni, Rue Feronstrée 95
www.facebook.com/Trattoria-Maccheroni-297886876929664/
Restaurant Le Thème, Impasse de la Couronne 9
www.letheme.com