Zeelands Roem; met zorg geteelde oesters – Oesters; die raap je toch gewoon van de bodem van de zee? Nee dus, daar komt nog een heleboel bij kijken en Zeelands Roem legt ons precies uit wat allemaal.
Oesters worden anno 2016 belaagd door vijanden
De Zeeuwse Oester heeft het zwaar: sinds 2008 worden de Zeeuwse wateren in toenemende mate belaagd door het Oesterherpes virus en alsof dat nog niet genoeg is, groeit ook de oesterboorder explosief. Het Oesterherpes virus zorgt voor massale sterfte van de oesters en de oesterboorder, een exotische schelp, hecht zich op de oester, boort een klein gaatje door de schelp en slurpt vervolgens de oester leeg. Deze oesterboorders vormen ook een enorme plaag: per vierkante meter worden er gemiddeld 150 exemplaren aangetroffen. Gemiddeld 80% van de oesters gaat inmiddels aan één van beide plagen ten onder. Oestertelers zijn dus genoodzaakt om de natuur een handje te helpen.
Oesters telen, geen koud kunstje
Bij Zeelands roem doen ze er van alles aan om de oesterstand te redden. Natuurlijk is het noodzakelijk voor hun bedrijfsvoering, maar ook voor de oesterstand in het algemeen. Hoe doen ze dat?
Het begint bij de voortplanting. Je hebt mannetjes en vrouwtjes. Geslachtsrijpe mannetjes storten hun zaad uit in de zee, de vrouwtjes hun eitjes. In de zee vindt de bevruchting plaats, voor het blote oog onzichtbare mini-oestertjes moeten maar hopen dat ze niet als voedsel dienen voor de andere dieren.
Bij Zeelands roem vissen ze volwassen oesters uit de zee en ze maken ze ‘paarrijp’. Met behulp van extra voeding, en de juiste temperatuur. Tussen de 16 en 27 graden is het Herpesvirus actief, ze gaan er dus boven zitten. Zaad en eitjes worden opgevangen en het oesterbroed wordt eerst in bakken ‘geteeld’ totdat het mini oestertjes zijn. Die oestertjes moeten ook eten. Ze eten heel veel algen. Om hierin te voorzien, kweekt Zeelands Roem ook zijn eigen algen, in de ‘algenkamer’. Ze gebruiken wel 12 soorten algen. Vanuit reageerbuisjes, waar algen in ‘slaapstand’ zitten, worden ze geactiveerd met licht, voedsel, water en lucht.
Wanneer de oestertjes zichtbaar worden met het blote oog, gaan ze in grote kolommen, waarin van onder water, voedsel en zuurstof wordt gepompt. Via de bovenkant stroomt het vuile water weer weg. Want de oesters moeten niet in hun eigen afvalstoffen blijven. Zo zakken de oesters meteen niet naar de bodem, waar ze elkaar zouden verpletteren, maar zweven ze een beetje en schuren ze wat tegen elkaar. Dat laatste heeft weer als positief neveneffect dat de scherpe kantjes eraf gaan en zo krijg je mooiere, gladdere en rondere oesters. Aan alles is gedacht dus.
En dan komt het spannende moment: de oesters gaan de zee in. Op de oesterpercelen van Zeelands Roem worden ze uitgestort en dan is het afwachten. Ook dan gaat nog tussen de 15% en 80% dood. Maar dankzij voortschrijdende technologie en een hoop geduld, kunnen ze steeds beter achterhalen welke oesters het sterkste zijn. Die sterke oesters worden dan weer gebruikt voor nieuwe teelt.
Zeelands Roem, niet alleen oesters
Wij zetten met nog meer respect onze tanden in een oester van Zeelands Roem.
Maar Zeelands Roem houdt zich ook bezig met mosselteelt en garnalen. De ‘verwerking‘ van de mosselen mochten we ook aanschouwen. Eerst verblijven de mosselen gedurende 10 dagen in ‘het natte pakhuis: de mosselpercelen. Daar pikken de meeuwen de zwakke mosselen, zodat alleen de sterksten over blijven. Die worden vervolgens met de boot opgevist en meteen gelost bij Zeelands Roem. Na een spoeling met zeewater die tussen de 8 en 12 uur kan duren (als er storm is geweest, zit er meer zand in), gaan ze via enorme lopende banden de fabriek in. Daar worden ze nog driemaal gecontroleerd. Tweemaal handmatig, en éénmaal in een grote bak, waar de drijvende exemplaren uit worden gevist. Met een machine worden ze ontbaard, ontpokt en op grootte gesorteerd. Semi handmatig worden ze vervolgens ingepakt. In plastic zuurstof-arme bakken of in jute zakken voor de groothandel. Maar belangrijker is dat de temperatuur constant tussen de 4 en 7 graden blijft, zodat de mosselen vers blijven.
Er zijn vijf verschillende grootten: Extra, Super, Imperial, Jumbo en Goudmerk. Inside information vertelt ons dat de Imperial het lekkerste zijn. Goed om te weten!
Onze conclusie is dat Zeelands Roem een prachtig innovatief bedrijf is waar veel mooie producten uit de Oosterschelde vandaan komen. Wij zijn fan.