Duivekater, een zoet zacht brood uit de Zaanstreek
Een aantal jaren geleden kreeg ik van iemand een brood cadeau, we hadden een etentje georganiseerd en de meeste gasten namen een klein presentje mee voor de gastvrouw (ik dus). Zo kreeg ik een boek, bloemen, likeurtjes en dus ook een brood. Toch, werd mij verteld, was het niet zomaar een brood ik moest hem maar eens proeven. En inderdaad dit was niet zomaar een brood, het was een zoet, zacht, iets kruimig brood en hij was heerlijk. Het bleek een duivekater te zijn. Ik kom zelf uit het oosten van het land en had hier echt nog nooit van gehoord, maar naar het schijnt is dit een brood die vooral in de Zaanstreek bekend is.
Een brood met versieringen
Een duivekater is een langgerekt redelijk plat brood, hij wordt ook niet in een bakvorm gebakken maar op een bakplaat. Vaak herkenbaar aan de versieringen bovenop welke met een schaar of scherp mes worden aangebracht voor het bakken. Vroeger kerfde iedere bakker zijn eigen herkenbare versiering in het brood, zodat je aan de versiering kon zien welke bakker het brood had gebakken. Een duivekater werd veel gegeten rond feestdagen zoals kerst, pasen en pinksteren, maar eigenlijk is dit brood te lekker om het eten ervan tot deze dagen te beperken.
Over de naam van dit brood worden vele speculaties gedaan, de echte oorsprong is echter niet bekend, wel is bekend dat er in 1450 in Leiden een bakker leefde met de naam Deuvekater, of deze bakker op enigerlei wijze met dit brood in verband kan worden gebracht is echter onduidelijk.
Zelf een duivekater bakken
Aangezien het aantal duivekaterbakkers in Nederland drastisch is afgenomen kan je haast niet anders dan hem zelf bakken en echt het is een stuk makkelijker dan het misschien lijkt. Kies wel voor een meel met een hoog eiwitgehalte, dit maakt het brood malser en minder compact. De molenaar of bakker kan je hier zeker in adviseren.
Hoewel de duivekaterbakkers beweren dat hét recept door de jaren heen uiterst geheim is gebleven, zijn er toch ook redelijk wat verschillende recepten in omloop. Hieronder vind je het recept welke ik gebruikt heb, en dat gaf een heerlijk resultaat.
- 255 gram meel
- 4 gram gist
- 50 gram witte basterd suiker
- 1/4 tl zout
- Rasp van 1/2 citroen
- 1/4 tl kardemom
- 1/2 tl kaneel (optioneel)
- 100 ml lauwwarme melk
- 35 gram gesmolten boter
- 1 ei
- 1 el vanillesuiker
Gebruik een half geklutst ei voor het deeg en bewaar het overige ei om samen met een klein scheutje room of melk en de vanillesuiker, vlak voor het bakken, je brood mee te bestrijken.
Doe het meel en de gist in een kom, roer dit even goed door elkaar. Doe de overige droge ingrediënten erbij ( de suiker, het zout, de rasp en eventueel de kaneel) roer opnieuw door en meng hier de natte ingrediënten (de melk, de boter en het ei) bij. Roer goed door elkaar en stort op je werkblad en kneed in circa 15 minuten tot een soepel deeg.
Vorm van het deeg een bal doe deze in een bebloemde kom en dek af met een vochtige theedoek of een stukje huishoudfolie. Laat zeker een uur, op kamertemperatuur, rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Stort na het rijzen de deegbal op je werkblad en druk de lucht eruit. Vorm van het deeg een ovale vorm met een lengte van ongeveer 30 cm. Leg je deeg nu op een, met bakpapier beklede, bakplaat en maak aan de uiteinde een insnede van ongeveer 8 cm zodat je 4 pootjes krijgt aan het deeg. Trek ieder pootje langzaam uit en draai deze als een spiraal en vorm daarmee een bolletje. Leg ze recht onder het deeg. Leg een stukje ingevet huishoudfolie over je deeg en laat het opnieuw rijzen, deze keer ongeveer 45 minuten.
Verwarm de laatste 10 minuten van de rijs alvast je oven voor op 200 graden. Bestrijk je brood met het ei/room mengsel en maak met een scherp mes de decoratie bovenop het brood. Bak het brood in 30 minuten af in de voorverwarmde oven. Het brood is gaar als het hol klinkt als je op de onderkant van het brood klopt.
Een duivekater is het lekkerste als hij enkele dagen oud is, een dunne plak met een laagje roomboter.
Tafel lekker !