Een schnitzel bakken lijkt simpel, maar het zit ‘m in de details. Door kalfsvlees te gebruiken, maak je het net even specialer. Sla de schnitzels goed plat, dat zorgt voor gelijkmatige garing en een mooi krokant korstje. En als je paneert, neem dan de tijd: eerst bloem, dan ei, dan paneermeel – zo krijg je een stevige korst die mooi blijft tijdens het bakken.
Begin met de kaassaus. Die kun je later weer opwarmen, maar laat ‘m dan niet meer koken, anders gaat de saus schiften. Is de saus te dik geworden? Gewoon een scheutje melk erbij. En let op met zout, want de kaas brengt zelf al flink wat smaak mee. Door jonge en oude boerenkaas te mengen, krijg je een volle, romige saus met een lekkere bite.
Serveer de schnitzels met een partje citroen – dat frisse accent mag echt niet ontbreken. En wil je er een complete maaltijd van maken? Denk dan aan aardappelpuree en een mix van bloemkool en broccoli erbij. De saus zet je gewoon in een kommetje op tafel, zodat iedereen zelf kan pakken wat hij lekker vindt.
Schnitzels
Heerlijke recepten voor schnitzels. Inclusief tips voor paneren.
Kalfsvlees; waarom eten we dat niet vaker?
In Nederland wordt wel kalfsvlees geproduceerd, maar weinig gegeten. Toch is het erg lekker, dus tijd voor kalfsvlees!
Schnitzel met kaassaus van boerenkaas
Print receptIngrediënten voor dit recept
- 4 kalfsschnitzels
- 200 gram paneermeel
- 2 eieren
- 100 gram bloem + 25 gram voor de saus
- 50 gram roomboter + 25 gram voor de saus
- 250 ml melk
- 50 ml slagroom
- 50 gram jonge boerenkaas, geraspt
- 50 gram oude boerenkaas, geraspt
- 150 ml zonnebloemolie
- Zout en peper naar smaak
- 1 citroen in parten gesneden
Bereidingswijze van dit recept
Smelt 25 gram roomboter in een kleine pan op laag vuur en voeg 25 gram bloem toe.
Roer goed tot de roux gaar is (te herkennen aan een licht bloemig laagje in de pan).
Voeg in delen de melk toe, elke keer goed roeren tot de saus glad is. Laat kort doorkoken en zet de warmtebron uit.
Meng de geraspte jonge en oude kaas samen met de slagroom door de saus.
Proef de saus en breng op smaak met zout en peper.
Dek af met een deksel om velvorming te voorkomen. Zet opzij.
Je kunt de saus later weer verwarmen maar laat de saus niet meer doorkoken.
Sla de kalfsschnitzels met een vleeshamer platter tot ze een uniforme dikte hebben.
Bestrooi met zout en peper naar smaak.
Zet drie grote borden klaar: één met 100 gram bloem, één met losgeklopte eieren (eventueel met wat zout) en één met paneermeel.
Haal de schnitzels eerst door de bloem, dan door het ei en tenslotte door het paneermeel.
Verhit de roomboter samen met zonnebloemolie in een grote koekenpan op middelhoog vuur tot goed heet.
Bak de schnitzels één of twee tegelijk, afhankelijk van de grootte van de pan, voor 2 tot 3 minuten per kant tot ze goudbruin en knapperig zijn.
Voeg indien nodig meer roomboter of olie toe voor de volgende schnitzels.
Laat de schnitzels uitlekken op keukenpapier en houd ze warm in een voorverwarmde oven op 160 graden Celsius.
Leg de schnitzels op de borden en serveer er een partje citroen bij.
Verwarm de saus en schenk die in een kommetje, zodat iedereen zelf kan pakken wat hij lekker vindt.
Tafel lekker !!