Een goede botersaus is goud waard aan tafel. Je maakt ‘m met roomboter, een beetje bloem en warme bouillon – meer heb je eigenlijk niet nodig. En dat is meteen het fijne aan dit recept: geen poespas, maar gewoon zelf maken met wat je meestal al in huis hebt.
Het begint met een roux, dat is een mengsel van boter en bloem. Die bak je kort, zodat de bloem zijn rauwe smaak verliest. Daarna voeg je beetje bij beetje warme bouillon toe, tot je een mooie, gladde saus hebt. De rest van de boter roer je er pas op het einde doorheen. Dat zorgt voor de volle, romige smaak die zo goed past bij bijvoorbeeld asperges, bloemkool of een stukje vis.
Gebruik vooral de bouillon die past bij je gerecht – kip of rund bij groente, visbouillon bij vis. Of vang het kookvocht van je groenten op voor nóg meer smaak. Wil je extra pit? Voeg dan een snuf nootmuskaat of wat verse kruiden toe, maar houd het subtiel. De saus moet je gerecht ondersteunen, niet overstemmen.
Botersauzen; deze recepten moet je uit je hoofd leren
Het basisrecept voor botersauzen. Een van de velen die je echt moet kennen. Je maakt er de lekkerste sauzen, soepen en zelfs kroketten mee.
Botersaus
Ingrediënten voor dit recept
- 60 gram boter
- 15 gram bloem
- 250 ml warme bouillon
- zout en peper
Bereidingswijze van dit recept
Zo maak je botersaus:
Smelt 15 gram van de boter (de rest gebruik je later) in een pan en roer de bloem erdoor. Bak dit even kort, zodat de bloem gaar kan worden.
Schenk een deel van de bouillon erbij en blijf roeren tot er een gladde massa ontstaat. Herhaal dit tot alle bouillon is opgenomen.
Laat de saus al roerend 2 minuten zachtjes doorkoken.
Roer, van het vuur af, de resterende boter met kleine stukjes tegelijk door de saus. Een staafmixer is hierbij erg handig, maar met een garde lukt het ook prima.
Breng de botersaus op smaak met zout en peper.
Tafel lekker !!

