Voor 4 personen
- 4 stukken zeewolffilet, elk circa 150 gram
- citroen- of limoensap
- (olijf)olie en boter om te bakken
Voor de salsa:
- 3 flinke pruimtomaten
- 3 à 4 bosuitjes
- 1 knoflookteen, fijngehakt
- 8 grote groene olijven (met piment), grofgehakt
- 1 el kappertjes (liefst de grote)
- ½ tot 1 eetlepel green sliced jalapeños (potje)
- ½ el vocht uit het potje van de jalapeños
- 1 el olijfolie
- 1/8 tl kaneelpoeder
- ¼ tl gedroogde tijm (of ½ tl verse fijngehakte blaadjes)
- ¼ tl gedroogde oregano (of ½ tl verse fijngehakt blaadjes)
- 1 el grof gehakte verse platte peterselie
- 1 el grof gehakte verse korianderblaadjes
- citroen- of limoensap
- zout en peper
Haal de zeewolffilets uit de koelkast, spoel ze af en dep ze droog. Besprenkel de filets met citroen- of limoensap. Bestrooi ze lichtjes met zout en peper en laat ze zo liggen tot de salsa klaar is.
De salsa maken:
Snijd de tomaten in blokjes en hak de jalapeño slices in grove stukjes, doe ze bij elkaar in een schaal. Snij de bosuitjes, het witte t/m het lichtgroene deel, in ringetjes. Meng tomaat, bosui, kappertjes, jalapeño, fijngehakte knoflook en olijven met elkaar. Roer het kaneelpoeder om in een klein bakje met een ½ eetlepel vocht van de ingelegde jalapeños en een eetlepel olijfolie. Roer de gedroogde tijm en oregano erdoor en schep deze ‘dressing’ vervolgens door het tomatenmengsel. Indien je verse oregano en tijm gebruikt, voeg je die gelijktijdig met de verse koriander en peterselie toe aan de salsa. Maak de salsa op smaak met zout en peper en een spriets citroen- of limoensap.
De vis bakken
Verhit een eetlepel boter samen met een eetlepel (olijf)olie in een ruime koekenpan. Bak de zeewolffilets enkele minuten aan weerszijde tot de vis net gaar is. Begin het bakken op een tamelijk hoog vuur en laat de vis op een lager vuurtje rustig doorgaren. Bij dikke stukken ook de zijkanten even meenemen. De vis is in ongeveer 6 minuten gaar.
Schep de filets op de borden en verdeel de salsa erover, klaar!