Sprits bakken; Een heerlijk bros koekje voor bij de koffie – Dit zeer brosse koekje is oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland waar het koekje de naam “Spritzkuchen” heeft omdat dit koekje gespoten/gespritzt wordt. Sprits is dus een verbastering hiervan. Sinds ongeveer de 16e eeuw komt dit koekje voor in Nederland en heeft sindsdien een vaste plaats in het koekassortiment. De meest bekende is wel de sprits voor de helft gedoopt in de chocolade. Het deeg wordt gespoten in lange banen en na het bakken gesneden. Ook worden ze wel in ringen of rozetten gespoten of gedecoreerd met een suiker glazuur.
Een sprits is een koekje van roerdeeg, dit is een deeg waarin de boter met de suiker luchtig wordt geklopt voor een zeer brosse structuur.
Sprits bakken
- 125 gram roomboter
- 125 gram bloem
- 125 gram witte basterdsuiker
- ½ ei
- ½ tl bakpoeder
- snufje kaneel
Sprits bakken doe je zo:
Bekleed een bakplaat met bakpapier en verwarm de oven voor op 150 graden Celsius.
Leg een spuitzak met een kartelspuitje nr. 10 (ongeveer) klaar. Klop de boter met de suiker luchtig en klop er het ei doorheen. Zeef de bloem, met de bakpoeder en het kaneel, erboven en spatel dit door tot het helemaal vermengd is. Wanneer het mengsel te stijf is kun je het een klein beetje au bain marie verwarmen. Niet te warm laten worden want dan veranderd de hele structuur en kun je er geen mooie koekjes meer mee bakken.
Vul de spuitzak met je koekjesdeeg en spuit er zigzaggend slangen mee op het bakpapier. Houd er rekening mee dat de koekjes nog behoorlijk uitlopen tijdens het bakken. Bak de koekjes ongeveer 15 minuten, in de voorverwarmde oven, tot ze aan de kanten gekleurd zijn. Haal de plaat uit de oven en snijd de koekjes direct als ze nog heet zijn op maat. Laat de sprits nu op de plaat verder afkoelen. In een koektrommel zijn deze koekjes ongeveer 2 weken houdbaar.
Tafel lekker !