Plaatkoek van Limburgse valappeltjes – In Limburg kun je bij bijna elke bakker linzenstukjes kopen. Dit zijn stukken van een koek die gebakken wordt op een plaat en daarna in rechthoeken wordt gesneden. Meestal is deze gevuld met abrikoos, soms met kersen. Als je een tas vol valappeltjes krijgt, kun je daar deze plaatkoek van Limburgse valappeltjes van maken. Het recept is hetzelfde als van de linzenvlaai die we al eerder met jullie gedeeld hebben. In het recept voor deze plaatkoek gebruiken we de dubbele portie van de vlaai. Wil je liever niet zo’n grote koek bakken? Halveer dan de hoeveelheden en neem een ovenschaal om de koek in te bakken. Ook kun je de helft van het deeg of de linzenstukjes goed invriezen, haal ze dan minimaal een uur voor gebruik uit de vriezer.
Een vulling van appels is meestal vrij nat. Om toch een droge bodem te krijgen bestrooi je de bodem rijkelijk met kruimels van cake of koek. Zo trekt het vocht van de appels in de kruimels. De koek is zachter dan bij een appeltaart en de vulling is minder royaal. Bij deze plaatkoek van Limburgse valappeltjes moet je er rekening mee houden dat je niet te zwaar vult anders kun je er geen mooie stukken van snijden. Met teveel vulling gaat de bovenkant er van af glijden en dat wil je niet.
Een vulling van appels is meestal vrij nat. Om toch een droge bodem te krijgen bestrooi je de bodem rijkelijk met kruimels van cake of koek.
Appelgebak; ontdek deze heerlijke recepten
Soms lekker luxe, maar meestal erg eenvoudig. In welke vorm dan ook, van huisgemaakt appelgebak smult iedereen.
Plaatkoek van Limburgse valappeltjes
Print receptIngrediënten voor dit recept
- 1 kg appels
- 340 gram roomboter
- 720 gram bloem
- 400 gram basterdsuiker
- 4 eieren
- snuf zout
- 1 theelepel kaneel
- 8 eetlepels melk
- 32 gram bakpoeder
- 30 gram vanillesuiker
- +/- 150 gram kruimels van cake of koek
- 2 eetlepels custardpoeder
- 2 eetlepels kristalsuiker
- rasp van 1 citroen
- 2 handjes rozijnen naar smaak
- 2 theelepels kaneel
Bereidingswijze van dit recept
Zo maak je plaatkoek van Limburgse valappeltjes:
Zeef de bloem met de bakpoeder, kaneel en het zout boven een grote kom. Roer er de basterdsuiker en de vanillesuiker doorheen. Klop 3 eieren los en doe ze samen met de boter en de melk bij de bloem. Roer dit er voorzichtig met de kneedhaken van de mixer doorheen tot een deegbal ontstaat. Maak van het deeg een plat vierkant en verpak dit in de huishoudfolie. Leg minimaal 2 uur koel weg.
Schil ondertussen de appels, snij ze in parten en die weer in schijfjes. Doe de gesneden appels samen met de rozijnen in een kom. Meng de custard met de suiker, de kaneel en de citroenrasp.
Bekleed de bakplaat met bakpapier. Kneed het deeg kort door en rol iets meer dan de helft uit voor de bodem. Wanneer het deeg scheurt is niet erg, je kunt dit gewoon weer tegen elkaar aan duwen. Prik gaatjes in de bodem om luchtbellen te voorkomen. Strooi de koekkruimels over de bodem. Meng het suikermengsel met de appels en verdeel dit over de bodem. Rol de rest van het deeg uit en leg het deeg voorzichtig over de appels. Druk de randen goed aan. Klop het laatste ei los met wat zout en bestrijk hiermee dun de taart. Prik gaatjes in de deksel zodat de stoom kan ontsnappen. Bestrooi met kristalsuiker en bak de plaattaart ongeveer 45 minuten op 180 graden. Laat de koek in de vorm tot lauw afkoelen. Leg een plaat op de bovenkant en draai ze samen snel om. Haal de plaat van de koek en haal het papier er voorzichtig van af. Laat de plaatkoek van Limburgse valappeltjes zo verder afkoelen of draai die op dezelfde manier weer om.
Tafel lekker !!