Kersenvlaai – Als je in Limburg bent eet je geen gebak maar een stuk vlaai bij de koffie. Vlaai is een echte Limburgse traditie. Als je in Limburg bij een bakker naar binnen loopt, valt de vlaai als eerste op. Er gaat dan ook geen verjaardag of jubileum voorbij zonder een stuk vlaai bij de koffie. En met dit recept voor een echte Limburgse kersenvlaai ga jij die zelf maken. Geen bestelde taart of in elkaar geknutselde monchoutaart, maar een echte Limburgse kersenvlaai die je met heel veel trots gaat serveren.
In een standaard maat appelvlaai, abrikozenvlaai of kersenvlaai gaat ongeveer een kilo fruit. Je kunt vaak aan de prijs al zien hoeveel fruit er in die vulling zit. De hoeveelheid fruit bepaalt voor een groot gedeelte de prijs. Suiker en bindmiddel is namelijk een stuk goedkoper. Dus laat je niet verleiden tot het kopen van een goedkope vlaai uit de supermarkt, geef liever iets meer uit en eet een lekker stuk vlaai.
Voor deze kersenvlaai ga je natuurlijk naar de kersenboomgaard. Geen Griekse of Turkse kersen in die vlaai, maar echte Hollandse kersen die je zelf bij de boomgaard gehaald hebt. Zo krijgt de vlaai een verhaal, zo krijgt je bakwerk meerwaarde en je gaat dat gegarandeerd proeven. Hier kun je mee aankomen! Na een uurtje kersenboomgaard ga je thuis aan de slag met dit recept om die heerlijke vlaai helemaal zelf te maken.
Limburgse kersenvlaai thuis bakken
O jee, je mag het geen Limburgse kersenvlaai noemen als je het niet in Limburg maakt. Dus als jij in Groningen woont en de kersenvlaai met dit recept maakt moet je er zelf maar een leuke naam voor verzinnen. Maar nog even iets belangrijks. De kersenvlaai wordt door Limburgse bakkers vaak gemaakt met morellen uit blik. In supermarkten kun je ook wel potten zure kersen vinden. Maar je gaat die vlaai natuurlijk in het kersenseizoen maken met verse Hollandse kersen. Zorg dan wel dat je zure kersen koopt. Vraag er naar in de boomgaard, ze kunnen je er zeker aan helpen. Zure kersen is dus belangrijk om er het optimale uit te halen als je dit recept gaat maken.
Een raster, deksel, open of met kruimels
Een vlaai bakken is echt niet zo moeilijk als het misschien lijkt. Met het recept voor vlaaiendeeg kun je bijna alle soorten vlaai maken, dit deeg gebruik je voor de bodem. Op die bodem komt een vulling, in het geval van kersenvlaai dus kersen. Die basis kan op meerdere manieren worden afgewerkt. Met een deksel van deeg en suiker, met kruimeldeeg van roomboter, of zonder afwerking als hij gebruikt wordt voor een luxe slagroomvlaai. De bekendste is het raster. De bakker heeft een stans waarmee je ruitjes uit een plak deeg duwt zoals bij de abrikozenvlaai. Als je dit recept voor kersenvlaai gaat maken ga je aan de slag met reepjes deeg die je op de vulling legt. Zo kun je ook zonder dat je een vlaaien stans hebt een vlaai met raster bakken.
Kersen; Koop dit fruit direct bij de teler
Kersen eten is feest, of je dat nu bij de lokale teler doet of thuis. Ontdek hier alles over die (Hollandse) kersen. Uiteraard met recepten.
Kersenvlaai
Print receptIngrediënten voor dit recept
- 350 gram bloem
- 50 gram zachte boter
- 10 gram gedroogde of 30 gram verse gist
- 1 ei
- 80 ml lauwwarme melk
- 50+150 gram suiker
- 7 gram zout
- 1 kg verse zure kersen
- 2 eetlepels maizena
- 100 gram grove suiker
Bereidingswijze van dit recept
Zo maak je kersenvlaai:
Maak de vulling minimaal 2 uur vooraf omdat die op kamertemperatuur verwerkt moet worden. Is de vulling te koud? Dan rijst de vlaai niet goed. Is de vulling nog warm? Dan krijg je een te dikke bodem.
Was de kersen en ontpit ze. Let er goed op dat je ook echt alle pitten verwijderd. Vang het eventuele sap op.
Doe de kersen in een grote pan met een kopje water en breng aan de kook. Meng de 150 gram suiker met de maizena. Los dat op in een beetje water en roer dat door de koude massa. Breng het al roerende aan de kook en laat even goed doorkoken.
Doe de kersenvulling in een kom, dek af en zet opzij om af te koelen.
Proef voordat je de vlaai gaat bakken of de kersenvulling zoet genoeg is.
Los de gist samen met de suiker op in lauwe melk (lichaamstemperatuur).
Doe de bloem in een kom en voeg er het gistmengsel en het ei aan toe. Kneed dit kort door.
Voeg er de zachte boter en het zout aan toe en kneed in ongeveer 10-15 minuten tot een soepel deeg.
Verdeel het deeg in 2 porties, de ene iets groter dan de andere en bol die mooi op. Laat ze afgedekt op een warme plaats ongeveer een uurtje rijzen tot er duidelijk meer volume in zit.
Besmeer een vlaaiplaat van 28 cm in met een beetje boter.
Duw de lucht uit de grootste bol en rol ook die uit tot een mooie egale plak. Bekleed hiermee de vlaaiplaat. Laat de randen overhangen, rol ze nog niet af.
Prik met een vork een paar gaatjes in de bodem. Vul de vlaai met de kersenvulling.
Rol nu de andere bol deeg uit tot een mooie egale plak van ongeveer 30 cm doorsnede. Snijd er met een scherp mes of een pizzasnijder mooie gelijkmatige reepjes van.
Leg de reepjes om en om op de vlaaivulling (zie foto). Duw de overhangende randen eraf en zet de vlaai op een warme plek om te rijzen. Dit kan afhankelijk van de temperatuur 30 minuten tot een uur zijn.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Spray met een schone plantenspuit lichtjes water over de vlaai en bestrooi die met de grove suiker. Doe dit vlak voor de vlaai de oven in gaat omdat de suiker anders smelt.
Bak de kersenvlaai in ongeveer 20 minuten goudbruin en gaar.
Haal de vlaai zo snel mogelijk uit de vorm. Dit gaat het beste met een pannenkoekenmes of glaceermes en een rond karton. Steek het mes voorzichtig onder de vlaai en schuif er het karton onder. Schuif dit snel op een rooster om verder af te laten koelen.
Leg de afgekoelde vlaai op een groot bord of schaal en snijd de vlaai in 10 punten en geniet.
Tafel lekker !!
Een vlaai in 10 punten? Dat is Hollandse zuinigheid! En kersenvlaai eet je uiteraard uit de hand. Als de bodem goed is kan dat.
Dus je hebt m gemaakt Robert?