Groese paptaart, een Zeeuwse lekkernij – Als ik aan Zeeland denk, denk ik al snel aan vis, mosselen, oesters noem maar op, maar zoetekauw als ik ben ging ik op zoek naar zoete Zeeuwse specialiteiten en gelukkig die zijn er ook, denk bijvoorbeeld aan de Zeeuwse boterbabbelaar maar ook deze Groese paptaart.
Tijdens mijn zoektocht naar zoete Zeeuwse specialiteiten kon het niet anders of ik kwam de Groese paptaart tegen. Een alom bekende lekkernij in Groede en omstreken, dat deze lekkernij nog niet verder in Nederland is doorgebroken verbaasd me als ik hem eenmaal geproefd heb.
De Groese paptaart is een rond taartje gemaakt van gistdeeg welke voor het bakken wordt gevuld met een soort vanillevla en waar vlak voor het eten bruine suiker over wordt geschept. Het doet een beetje denken aan een puddingbroodje met het verschil dat in de Groese paptaart de pudding wordt meegebakken in het broodje.
Oude traditie
De Groese paptaart kent een eeuwenoude traditie; Op de eerste woensdag in oktober vierden de boeren in Groede dat het oogstseizoen ten einde liep, na het betalen van hun erfpacht werd dit gevierd door onder andere samen paptaart te eten.
Een echte Groese paptaart wordt nog altijd gebakken in een authentieke oven door de huisbakker van het Vlaemsche Erfgoed, maar ook in je eigen oven kun je heerlijke exemplaren van deze Groese paptaart bereiden.
Groese paptaart, een Zeeuwse lekkernij
Begin met het bereiden van het deeg;
- 250 gram bloem
- 1 tl zout
- 6 gram gedroogde gist
- 75 ml melk
- 1 ei
- 40 gram witte basterd suiker
- 40 gram boter (kamertemperatuur)
Zeef de bloem en vermeng dit met het zout. Maak van de bloem een berg op je werkblad met in het midden een kuiltje. In het kuiltje doe je de melk, de gist, het ei, de suiker en de boter. Meng de ingrediënten in het kuiltje met je vingertoppen goed door elkaar en voeg beetje bij beetje de bloem toe. Kneed het geheel nu door tot je een soepel deeg hebt.
Maak van het deeg een bal en leg deze in een bebloemde kom, dek af met een vochtige doek en laat op kamertemperatuur een uur rijzen. Na een uur het deeg nogmaals doorkneden en opnieuw een uur laten rijzen. Herhaal dit nog 2 maal. In totaal staat je deeg dus 4 uur te rijzen.
Terwijl het deeg rijst maak je alvast de papvulling;
- 400 ml melk
- Snuf zout
- 2 kaneelstokjes
- 40 gram rijstebloem
- 40 gram basterd suiker
- 1 ei
- 1 el rozenwater
Splits het ei en roer de eidooier met de suiker en de rijstebloem los tot een romig geheel. Doe de melk met het zout en het kaneelstokje in een pan en breng zachtjes aan de kook. Voeg wat van de warme melk en het rozenwaterwater bij het eidooiermengsel en klop het goed los en doe het terug in de pan bij de overige melk. Laat het geheel twee minuten doorkoken. Schep over in een schaal en laat iets afkoelen. Klop het eiwit nu stijf in een vetvrije kom met een vetvrije garde en spatel vervolgens door de pap.
Zodra het deeg klaar is met rijzen neem je het uit de kom en verdeelt het in acht gelijke stukken (ongeveer 55 gram per stuk), draai er ballen van en rol iedere bal uit tot een rondje met een doorsnee van ongeveer 12 cm. Leg de rondjes op een ingevette of met bakpapier beklede bakplaat. Laat ze zo 10 minuten rusten en krul dan de randjes van ieder rondje iets om (ongeveer 2 cm) zodat er een bakje ontstaat.
De bakjes kunnen nu gevuld worden met de pap. Je kunt de pap met een lepel op de deegrondjes scheppen, je kunt ook een spuitzak vullen met de pap en het erop spuiten.
Bak de taartjes nu 20 minuten in een op 200 graden voorverwarmde oven. Laat ze iets afkoelen en bestrooi ze flink met bruine suiker.