Visb’stilla met een super venkelsalade Als je een stuk schrijft over een kookboek, moet je er natuurlijk ook een aantal recepten uit geprobeerd hebben. Dus deze week eten wij heel veel uit “Arabië, bij je thuis“. Na de eerste paar dagen testen is het volgende in ieder geval zeker: dit boek ga ik veel vaker gebruiken! Vandaag staat de visb’stilla met gekonfijte saffraanvenkel & venkelsalade op tafel. Ja, weer een gerecht met een exotische naam, heerlijk dat over de grens koken. B’stilla dus of ook pastilla, maar als ik zeg pastei weten jullie wel in welke hoek je moet zoeken.
Oorsprong: Zoekend naar waar dit gerecht vandaan komt, kom ik twee plaatsen tegen, Andalusië en Marokko. De Andalusische keuken heeft heel veel Arabische invloeden en met dit gerecht zal het net zoiets zijn, destijds meegebracht door de Moren en opgenomen in de traditionele keuken van Andalusië. In Marokko wordt het vooral gegeten bij feestelijkheden, als voor- of nagerecht. Het is bijvoorbeeld een typisch huwelijksgerecht en het wordt door Marokkanen gezien als een van hun mooiste gerechten. In dit recept is het uitgewerkt tot een prachtig hoofdgerecht. Oorspronkelijk was het een zoet gebak gemaakt van duif, eieren en amandelen, bestrooid met heel veel poedersuiker en kaneel. Een dag voorafgaand werd al begonnen met het maken van de vulling, gedurende de nacht konden de smaken goed mengen en de pas volgende dag werd het deeg gevuld waarmee je een zoet, hartig gerecht kreeg. Gelukkig mag je het tegenwoordig ook met kip, restjes vlees of vis maken en kost het je ongeveer een uurtje. De combinatie van deze visb’stilla met een heerlijk frisse venkelsalade is echt een topper, omdat de heerlijke venkelsmaak terugkomt in de frisse salade. Poedersuiker hier overheen zou zonde zijn en wordt in dit recept terecht weggelaten.
Venkel; een groente met een bijzondere smaak!
Ze behoren tot de stengelgroenten, deze wit met lichtgroene knollen, oftewel venkel. Heb jij deze heerlijke, frisse groente al eens geproefd?
Wat extra informatie over sommige ingrediënten:
In dit recept wordt gebruikgemaakt van heek, een vis die je misschien beter kent met een paneerlaagje erom heen….. het lekkerbekje! Want wegens schaarste en kosten wordt een lekkerbekje tegenwoordig bijna niet meer gemaakt van kabeljauw maar van andere witvissen zoals bijvoorbeeld heek. De schrijfsters van het boek geven nog de extra tip dat het beste filodeeg bij de Turkse of Marokkaanse winkel gekocht kan worden, omdat het groter is en minder snel uitdroogt. Waar je het ook haalt, vet het altijd in met gesmolten boter of olie en bescherm de vellen die je nog niet gebruikt onder een vochtige theedoek tegen uitdrogen. Ouarkadeeg (zeer fijn filodeeg), het deeg dat oorspronkelijk voor een b’stilla gebruikt wordt is hier bijna niet te krijgen, maar heb je geluk en vind je het, gebruik dat dan. Scheurt het deeg, doe er dan gerust nog een velletje omheen.
Wat heb je nodig om dit heerlijke gerecht te maken voor 4 personen:
- oven op 200 graden
- bakplaat bekleed met bakpapier
- pan
ingredienten:
- 3 uien, gesnipperd
- 2 grote venkelknollen of 3 middelgrote
- 3 buisjes saffraan
- 50 gr rozijnen
- 2 el venkelzaad
- 400 gr heekfilet, in stukken
- zout en vers gemalen peper
- olijfolie
- 8 vellen filodeeg (20 x 40 cm)
- 100 gr boter, gesmolten
- 2 sinaasappels
- 4 el granaatappelpitjes
Bereiding:
- Snijd 1,5 venkelknol in kleine blokjes, bewaar het groen. Verhit een flinke scheut olijfolie en bak op hoog vuur de ui en venkelblokjes ongeveer 5 minuten. Voeg de saffraan, rozijnen, venkelzaad, een beetje zout en flink wat versgemalen peper toe. Laat dit op laag vuur ongeveer 25 minuten garen. Wordt het iets te droog voeg dan nog wat olijfolie toe.
- Laat de heek de laatste 5 minuten meegaren met de saffraanvenkel. Haal van het vuur en laat wat afkoelen.
- Leg een vel filodeeg in de lengte voor je op het werkblad, bestrijk met boter en leg in het midden een kwart van het vis-venkelmengsel. Vouw het filodeeg er zo mooi mogelijk omheen, vouw nog een tweede, ingevet vel om je pakketje heen. Leg voorzichtig op de bakplaat en maak op dezelfde manier de andere 3 b’stilla’s. Bak in ongeveer 10 minuten goudbruin in de oven. Kwast de b’stilla’s als ze klaar zijn aan de bovenkant met wat gesmolten boter of olijfolie zodat ze mooi glanzen.
- Snijd of schaaf ondertussen de rest van de venkel in dunne plakjes. Schil de sinaasappels zodat al het wit van de schil weg is. Snijd voorzichtig tussen de witte vliesjes de partjes los. Vang het sap op en knijp de vliesjes nog een keer goed uit zodat je ook dat vocht kan gebruiken. Meng de venkelplakjes met de sinaasappelpartjes, het sap en de granaatappelpitjes. Garneer met het groen van de venkel.
Eet lekker!