Kalfslever met appeltjes, spek en uienringen – Na de vergeten groenten, zijn de vergeten stukken vlees wat mij betreft aan de orde. Als we dan al een beest oppeuzelen, dan liefst zoveel mogelijk onderdelen van een dier. Zeker wanneer het een heel lekker gerecht oplevert. Kalfslever is zo’n gerecht. En voordat u gaat gruwelen: ik wil iedereen uitdagen die wél leverworst eet, of wél foie gras lust, om eens lever te gaan klaarmaken. Kalfslever smaakt heerlijk, heeft een zachte smaak en is verdraaid eenvoudig klaar te maken. Het vlees is zeer mals, maar heeft toch meer bite dan je aanvankelijk zou verwachten.
Zorg natuurlijk wel voor goed vlees! De lever is immers de plek in het lichaam dat alles moet afbreken wat in het lichaam niet thuis hoort. Vraag je slager om het vlies dat normaal om lever zit, er al voor je af haalt. Dat scheelt enorm gepriegel. Het vlies is wat harder en als je het er aan zou laten – wat heus wel kan, je kunt het prima eten, net zoals een velletje op een worstje – dan trekt je stukje vlees krom.
In lever zit meestal wel één adertje/zeentje, maar dat laat je gewoon zitten. Het geeft één wat harder stukje dat je desgewenst tijdens het eten discreet kunt uitspugen en op de rand van je bordje laten.
Kalfsvlees; waarom eten we dat niet vaker?
In Nederland wordt wel kalfsvlees geproduceerd, maar weinig gegeten. Toch is het erg lekker, dus tijd voor kalfsvlees!
Kalfslever: een klassiek gerecht maar vergeten lekkernij
Kalfslever wordt al sinds mensenheugenis gegeten met uitgebakken spek – om de soms wat flauwe smaak wat op te peppen – en appeltjes – als compensatie voor het vet van het spek. Ook uitgebakken uienringen horen er echt bij. Gezamenlijk is het – zoals de Fransen zo fraai kunnen zeggen – un beau mariage, een mooi huwelijk.
Lever: eenvoudig te bereiden
Je hoeft lever eigenlijk alleen maar droog te deppen en te wentelen in wat bloem. Dan bak je de lever in een paar minuten gaar in een -liefst anti-aanbak – koekenpan met boter of ander vet.
Kalfslever met appeltjes, spek en uienringen
Voor 4 personen:
- 4 kalfslevers
- 2 flinke uien
- 3 à 4 appeltjes
- 4 flinke plakken (ontbijt)spek
- 600 gr. aardappeltjes
- een flinke klont boter
- een paar eetlepels bloem
- peper en zout
Bak eerst het spek uit in een royale koekenpan: in repen of in stukjes, wat je wilt. Verwijder het spek, maar bewaar het uitgebakken spekvet. Je kunt de nog warme repen spek rondom een pollepel wikkelen, dat geeft straks een mooie krul.
Zet ondertussen de aardappeltjes op.
Snijd de uien in (halve) ringen. Voeg aan het spekvet wat boter toe en bak de uien minstens een kwartier op een halfhoog vuurtje totdat ze knapperige stukjes gaan vertonen.
Zet de oven op 50 graden, hierin kun je straks de ui en appel warm in houden. Ondertussen schil je de appels en snijd je er plakjes of schijfjes van. Verwijder de ui en leg die op een bordje in de oven.
Ondertussen zijn de aardappels misschien ook al klaar: giet ze af, voeg een klontje boter toe en peper en zout, hussel ze om en houdt ze warm in de pan of in de oven. Nu voeg je nog wat boter toe aan de koekenpan en bak je in ongeveer 5 minuten de appeltjes gaar.
Dep de plakken lever droog met wat keukenpapier en wentel ze aan beide kanten in de bloem. Houd de gare appeltjes warm in de oven. Voeg nu nog een klont boter toe en bak de lever. Ongeveer 4 minuten aan beide kanten, op eerst een wat hoger vuur en na ongeveer een minuut op een wat lager vuur.
De kalfslever met appeltjes opdienen en smullen maar!