Kalfswangen, prachtig stoofvlees – We zien ze niet vaak, wangetjes. Zou het komen omdat we het misschien eng vinden? Vlees van de kop, nee doe mij maar niet? Gevalletje onbekend maakt onbemind denk ik daarom. En daarom zou ik het leuk vinden als je de volgende keer dat je voor een stoof gaat, eens aan wangen denkt. Inderdaad van de kop, maar zoals stadsgenoot Herman den Blijker al noemde in een column: “malse lappies komen van de kont, alsof dat zo fris is”.
Die wangen doen niets anders dan bewegen, de hele dag door. Één bonk spieren met bindweefsel dus, perfect om te stoven. Als je de pan na een paar uur van het vuur haalt heb je vlees dat zo zacht is, zo vol van smaak, dat het, gok ik zo, niet de laatste keer is dat je voor de wangetjes gaat.
Waar vind je wangen?
Waar haal je de wangetjes? Gaan we weer, ik heb ze nog nooit in de super zien liggen. Je moet er dus voor naar de echte slager, die maakt ze namelijk ook voor je schoon. Is niets engs aan, gewoon de drempel over en misschien zie je nog meer waarvan je denkt: “Goh leuk, ga ik eens proberen”. Vraagt dan ook aan de slager: wat is dit, hoe maak ik dat, ik heb 10 man op bezoek wat is slim. Gewoon doen.
Dit recept is voor 2 of 4 personen. Het gaat er namelijk om dat het vlees onder het vocht blijft. En of het nu om twee of vier wangen gaat, je hebt vaak dezelfde hoeveelheid vocht nodig in de pan. Niet automatisch halveren van de ingrediënten dus wanneer je maar met twee bent. Bewaar een deel van het vocht in de vriezer en maak er later een saus of jus van of gebruik het bij een ander stoofje. Nooit, maar dan ook nooit goed eten weggooien!
Kalfswangen, prachtig stoofvlees
Voor 4 (of 2) personen
- 4 kalfswangen
- 1 ui, in grove stukken
- halve duim gemberwortel, geschild in schijfjes
- 2 teentjes knoflookteentjes, in plakjes
- 1 limoen, sap en rasp
- 2 el sojasaus
- glaasje droge witte wijn
- 1,5 liter kippenbouillon
- halve rode Spaanse peper, zonder zaadlijst
- olie
- peper en zout
- garnering: wat verse peultjes, taugé en koriander
Verwarm de oven voor op 125 graden. Doe een scheutje olijfolie in de pan en bak de wangen met wat peper en zout op hoog vuur aan alle kanten bruin. Zet het vuur lager en bak de ui, de gember, de knoflook en limoenrasp een paar minuten mee. Blus af met de wijn en het limoensap. Voeg de sojasaus toe en daarna de kippenbouillon totdat de wangen onder het vocht staan. Breng aan de kook.
Leg de deksel erop en zet ongeveer 2,5 tot 3 uur in de oven. Check steeds of er voldoende vocht bij de wangen zit, voeg anders nog wat toe. In het begin denk je dat de wangen niet mals worden, maar dit is een kwestie van wachten. Probeer na ongeveer 2,5 uur of je het vlees makkelijk met twee vorken uit elkaar kan trekken. Lukt dit nog niet makkelijk, laat dan nog even in de oven staan.
Als het vlees mals is en je het makkelijk kan plukken, haal dan de wangen uit de pan en houdt ze warm onder aluminiumfolie. Giet het vocht door een zeef, doe het vocht terug in de pan en laat het een beetje inkoken. Pluk ondertussen het vlees van de wangen en leg op voorverwarmde borden. Serveer de jus apart of giet een beetje over het vlees. Strooi over het vlees de fijngesneden rode peper over en garneer eventueel met wat taugé, koriander en peultjes.
Eet lekker!