Pindasaus (eenvoudig en snel) – De pindasaus is vanuit voormalig Nederlands-Indië naar Nederland gebracht door de Indische Nederlanders. Deze saus wordt traditioneel gegeten met saté, daarom wordt de saus ook vaak aangeduid als satésaus, hoewel dit niet helemaal correct is, er zijn per slot van rekening ook andere (dip)sauzen welke gebruikt kunnen worden voor bij of over de saté.
Een (eigen gemaakte) pindasaus smaakt heerlijk bij diverse gerechten, de meest bekende toepassing is toch wel over de satéstokjes, maar ook een patatje oorlog of patatje flip en een broodje warm vlees zijn gerechten waarover de pindasaus rijkelijk mag worden gebruikt. Maar de saus is natuurlijk ook lekker bij heel veel andere gerechten, gewoon als extraatje bij de maaltijd of om lekker in te dippen met een stukje stokbrood.
Pindasaus zelf maken is helemaal niet zoveel werk en ook nog eens helemaal niet moeilijk. Een kwestie van de juiste ingrediënten in één pannetje en langzaamaan verwarmen. De lekkerste pindasaus maak je met zelfgemaakte pindakaas.
Pindasaus
- 1 el olie
- 1 ui
- 2 teentjes knoflook
- 6 el pindakaas
- 75 ml (kokos)melk
- 75 ml water
- 3 tl sambal oelek
- 2 el ketjap manis
- 1 el citroensap
- 1 el bruine suiker
- Zout/peper naar smaak
Pel de ui en de teentjes knoflook en snijd deze zo fijn mogelijk. Verwarm de olie in een pannetje en bak hierin de ui en de knoflook aan, doe dit op een laag vuur, zo voorkom je dat je ui of knoflook verbrand.
Voeg de pindakaas samen met het water toe, houd het vuur nog steeds laag. Laat de pindakaas smelten en blijf roeren totdat de saus mooi glad is. Voeg nu langzaam de melk toe en blijf roeren. Doe de ketjap, het citroensap, de suiker en de sambal in de pan erbij en blijf roeren. Laat de pindasaus heel zachtjes even doorkoken, blijf wel goed roeren, pindasaus bakt snel aan. Is de saus nog te dik voeg dat extra water of melk toe.
Tafel lekker !
Om de pindasaus nog authentieker te maken:
fruit de uitjes met een snipper trassi, vervolgens de knoflook erbij. De verdere bereiding zoals aangegeven. Voeg bij het opwarmen een gekneusd stengeltje citroengras (sereh) en een paar limoenbaadjes (daun djeroek poeroet / daun jeruk purut) toe.
Leuk Ron dat je een eigen receptuur deelt. Zo kan iedereen zelf beslissen voor welke variant ze kiezen. ?