Vol-au-vent – Een lekker gerecht met kip, dat zowel doordeweeks, of bij een feestelijke gelegenheid op tafel kan. Hoezo, is dat niet te gewoontjes? Welnee, je kunt dit heerlijke gerecht makkelijk van tevoren maken en als je ervan wilt gaan smullen, dan warm je het voorzichtig even op. En het hoeft niet altijd met veel toeters en bellen op een bord, maar het kan wel. Hoe je het serveert, bepaalt welke sfeer je creëert.
Het kost wat tijd, maar je krijgt er overheerlijke comfortfood voor in de plaats
De typische vulling voor dit pasteitje met ragout, dat in België in de volksmond “vol-au-vent” wordt genoemd, maak je met een verse (soep)kip. Die kip laat je lang genoeg trekken in een bouillon, tot het kippenvlees zo zacht is dat ze van het bot valt. Dan gaan er nog zelfgedraaide gehaktballetjes in, liefst van gemengd gehakt van varken en kalf. Mooie witte champignons maken de ragout af. Dat alles wordt omhuld door een zijdezachte saus, op basis van een roux, gemaakt met de kippenbouillon die je net zelf hebt getrokken. Het kost wat tijd, maar je krijgt er overheerlijk comfortfood voor in de plaats. En dat misstaat nooit op je bord, zelfs niet voor een feestmaal!
Variaties op de vol-au-vent
Heb je een feestje en wil je zelf gezellig mee aan tafel in plaats van achter het fornuis te staan? Maak dan de dag van tevoren deze heerlijke kipragout en serveer wat feestelijker. Of vraag eens naar eekhoorntjesbrood bij je groenteboer, om de champignons te vervangen. Afwerking doet ook al heel veel! Je kunt de ragout bijvoorbeeld afwerken met verse Hollandse garnalen, waarom niet? Af en toe mag het wat specialer, toch?
Wil je het nog wat luxueuzer? Werk de vol-au-vent dan af met wat geschaafde truffel, een goddelijke, zinnenprikkelende smaaksensatie!
Wij zijn er alvast als de kippen bij om die heerlijke vol-au-vent te verorberen. Jij ook?
Vliegende kip?
Waar slaat dat nu eigenlijk op, “vol-au-vent”? Letterlijk vertaald uit het Frans betekent dat “vlucht door de wind”. Wij promoten verse ingrediënten, dus ook kakelverse kip voor de bereiding van een smaakvolle kipragout, maar je kip hoeft uiteraard niet meer te vliegen, daar zorgt je lokale poelier wel voor. De naam heeft ook werkelijk niets met de kip te maken. Het gaat hem om het luchtige bladerdeeggebak (pasteitje) waarin men de kipragout serveert. Zó luchtig dat het als het ware opstijgt bij het minste zuchtje wind. En, het kan eigenlijk gevuld worden met elke soort ragout. Vers gemaakte ragout welteverstaan, we doen geen blikjes, hè?
Dit gerecht vindt vermoedelijk haar oorsprong in de middeleeuwen, toen men pasteien maakte. Daar was een vol-au-vent een grote luchtige pastei, om te delen met het tafelgezelschap. Tot dat een hooggeplaatste dame, een koningin, haar kok opdroeg om deze pasteitjes in eenpersoons porties voor haarzelf te maken. Het koninginnenhapje: “Bouchée à la Reine” was geboren.
Dus, zo heet het gerecht eigenlijk in zijn geheel, de kipragout in het pasteitje: “Bouchée à la Reine”. De oorsprong is Frans, dit is dus geen typisch Belgisch gerecht, zoals vaak wordt aangenomen, maar het is door de jaren heen wel een klassieker geworden. Zo vind je op elke menukaart van de gerespecteerde Belgische brasserie wel “vol-au-vent”. En vanaf nu maak je die lekker zelf!
Kip; laat je uitdagen met deze heerlijke recepten
Er wordt ontzettend veel kip gegeten. We willen je daar graag wat meer over vertellen. En we delen natuurlijk de lekkerste recepten met je!
vol-au-vent
Print receptIngrediënten voor dit recept
- Voor de bouillon:
- 1 verse (soep)kip
- 3 liter water
- 1 stengel prei
- 2 stengels bleekselderij
- 1 verse bospeen
- 3 teentjes knoflook
- 1 kruidentuiltje: laurier, peterselie, tijm, rozemarijn
- 1 ui
- 3 kruidnagels
- 10 zwarte peperkorrels
- zout
- Voor de vol-au-vent:
- 300 gram gemengd gehakt (varken-kalf)
- 300 gram witte champignons
- 1,5 deciliter verse room
- 60 gram boter
- 80 gram bloem
- 1 ei
- zout en peper uit de molen
- Voor de pasteitjes:
- 2 vellen bladerdeeg
- 1 ei
- een scheutje water
Bereidingswijze van dit recept
Zo maak je vol-au-vent:
Maak alle groenten en kruiden schoon. Prei, bospeen en bleekselderij was je onder stromend water om alle aarde en zand te verwijderen.
Doe de kip in een grote pan. Voeg hieraan de schoongemaakte prei, bospeen, bleekselderij, ui, knoflook en het kruidentuiltje toe, samen met de zwarte peperkorrels en de kruidnagels. Voeg de gewenste hoeveelheid zout toe (proef op het einde van de kooktijd en kruid dan verder af).
Voeg drie liter water toe en breng het geheel aan de kook. Als het water kookt zet je de warmtebron op het laagste pitje en laat je de bouillon een 4-tal uur verder garen.
Maak intussen gehaktballetjes van het gemengd gehakt en zet die koel weg. Die zijn voor de afwerking van de vol-au-vent.
Als de kip gaar is, haal je ze uit de bouillon. Laat even afkoelen voor je de kip gaat plukken.
Zeef de bouillon. De groenten en kruiden hebben hun werk gedaan. Die kun je dus weggooien.
Borstel de champignons schoon en snijd ze in plakjes. Zet even weg voor later.
Neem een kookpan en giet hier 500 ml van de gezeefde bouillon in. Kook de gehaktballetjes gaar in de bouillon. Zeef de gehaktballetjes en zet opnieuw weg tot later.
Maak een roux van de bloem en de boter. Smelt de boter in een kookpan op een matig vuur. Schep de bloem bij de bruisende boter en roer met een garde. Het mengsel moet een klein beetje uitdrogen voordat je begint met de bouillon eraan toe te voegen. Je ruikt het als je mengsel droog genoeg is, het ruikt een beetje naar biscuit, of koekjes. Let wel goed op dat het niet aanbakt.
Giet nu al roerend een deel van de kippenbouillon erbij. Blijf goed roeren zodat je mengsel niet klontert. Schenk al roerend af en toe wat bouillon bij, tot je een gladde, voldoende gebonden, nog lopende saus hebt. Leg hierin de stukjes champignons, die dan garen door de warmte van de saus en voeg er de gehaktballetjes aan toe.
Intussen is de kip genoeg afgekoeld om ze te plukken. Pluk de stukjes kip van het karkas en voeg ze toe aan de saus. De botten en het vel gooi je weg.
Vlak voor het serveren maak je de kipragout nog even goed warm en voeg je er een ‘liaison’ aan toe. Hiervoor meng je 1,5 deciliter room met 1 eigeel en klopt dat goed los. Als je ragout goed warm is (maar niet kookt, in verband met mogelijk garen van het eigeel met stukjes tot gevolg) roer je de liaison erdoor.
Serveer naar wens met of zonder pasteitje.
Voor het pasteitje:
Klop een eidooier los met een klein beetje water.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Steek per pasteitje met een serveerring (of met een drinkglas) zes ronde plakken uit het bladerdeeg. Steek uit vier van elke zes plakken rondjes met een kleinere serveerring (of de opening van een borrelglaasje).
Bouw de pasteitjes op door onderaan een grote ronde plak te leggen, met daarbovenop 4 “ringen” bladerdeeg en daarbovenop weer een grote ronde plak. Lijm alle plakken aan elkaar met het eigeel.
Strijk wat van het eigeel bovenop het pasteitje.
Bak de pasteitjes 15 à 20 minuten in de voorverwarmde oven.
Maak de pasteitjes hol en serveer de vol-au-vent er in.
Tafel lekker !!