Dessertwijn – Een feestelijk dessert vraagt om een feestelijke wijn erbij. Maar welke dessertwijn past het best bij welk dessert? En welke dessertwijnen zijn er eigenlijk allemaal? Hier vind je tips én beschrijvingen van de dessertwijnen.
Vuistregel: “Kies bij een zoet dessert altijd voor een iets zoetere wijn. Als de wijn minder zoet is kunnen de zuren in de wijn als storend ervaren worden”
1) Desserts met rood fruit
- Moscato d’Asti
- Sauternes – Muscat de Beaumes de Venise
- Brachetto d’Aqui
- Lichte Tokaji
2) Desserts met geel fruit
- Cider
- Sauternes – Muscat de Beaumes de Venise
- Lichte Tokaji
3) Desserts met cake
Als je de cake combineert met rood fruit en chocolade:
- Brachetto d’Aqui
- Recioto
- Banyuls – Maury – Ruby port
Als je hem combineert met bijvoorbeeld appel of ander geel fruit:
- Cider
- Sauternes – Muscat de Beaumes de Venise
- Lichte Tokaji
Bij bitterkoekjes-cake:
- Vin Santo
- Moscatel
4) Desserts met chocolade
Donkere chocolade:
- Banyuls, Maury, Ruby port
- Recioto
Lichtere chocolade:
- Muscat de Beaumes de Venise – Tokaji
“Veel verschillende ingrediënten in je dessert? Ga dan uit van het ingrediënt dat het meest opvallend aanwezig is”
5) Desserts met ijs
Bij roomijs:
- Een ‘rijke’, volle dessertwijn zoals Sauternes, Muscat, Eiswein, Tokaji.
Bij sorbetijs:
- Een frisse dessertwijn zoals een Duitse Riesling Spätlese, Moscato d’Asti.
6) Desserts met kaas
Blauwe kaas: hoe zouter/pikanter de kaas, hoe complexer/zoeter de wijn. Kies bij Roquefort bijvoorbeeld een Sauternes, Tokaji, een Banyuls of Maury. Maar een zachte Gorgonzola doe je meer plezier met een Moscato d’Asti of een Brachetto. Een pikante daarentegen vormt een leuk koppeltje met een Recioto della Valpolicella. En klassiek is natuurlijk het huwelijk tussen Engelse Blue Stilton en rode port.
Witschimmelkaas: drink bij een milde soort een glas Normandische cider. Of een droge champagne. Bij een pikante brie de Meaux kun je die ook serveren, maar een milde tawny port of goed gerijpte Banyuls past hier ook bij. Wil je champagne? Kies dan voor een Blanc de Noirs.
Roodbacteriekaas: bij pittige kazen kies je ook hier voor een andere wijn dan bij de mildere varianten. Kies bij de uitgesproken Munsterkaas bijvoorbeeld voor een Gewürztraminer ‘vendange tardive’, bij een Pont l’Evèque een cider. Bij mildere kazen als Reblochon kies je beter voor een lichte ‘late harvest’ wijn.
Geitenkaas: de meeste geitenkazen, jong of oud, hebben een heel eigen, friszuur karakter. Het veiligst drink je hierbij een droge champagne, cava of andere mousserende wijn met frisse zuren.
Harde kazen: bij heel oude kazen kan een Oloroso of PX sherry heel mooi zijn, een glas Madeira of een port van het type ‘tawny’.
“Nog lekker na de maaltijd aan het nagenieten van je wijn? Drink hem dan, zoals de Fransen doen, gewoon nog lekker door bij je kaasjes!”
Dessertwijnen:
Sauternes
Sauternes is een van de bekendste dessertwijnen. Hij komt uit de Franse wijnstreek Bordeaux en wordt gemaakt van de druiven sémillon, sauvignon blanc en muscadelle. De wijn is zoet doordat de druiven zijn aangetast door de schimmel ‘botrytis cinerea’ als ze worden geoogst. Dat klinkt niet zo lekker maar dat is het wel. Deze ‘edele rotting’ zorgt er namelijk voor dat de druiven indrogen terwijl ze nog aan de wijnstokken hangen. Dit zorg voor extra concentratie in de wijn en de voor Sauternes kenmerkende rijke smaak.
Tokaji Aszú
Deze dessertwijn komt uit Hongarije. Er worden deels, net al bij de sauternes, druiven gebruikt die aangetast zijn door de schimmel ‘botrytis cinerea’. De aangetaste (voornamelijk furmint en hárslevelü) druiven worden met de hand uit de trossen geplukt, afgemeten in emmers (‘puttonyos’) en toegevoegd aan een basiswijn. De hoeveelheid puttonyos bepaalt de zoetheid van de uiteindelijke wijn. Op het etiket lees je ‘Aszú 5 of 6 puttonyos’ waarbij de 6 de meest zoete en geconcentreerde is.
Daarnaast bestaat er ook de Aszú Eszencia. Dat is een zeer bijzondere wijn die uitsluitend van aangetaste druiven wordt gemaakt. Die worden niet uitgeperst. Slechts het sap dat door de zwaartekracht uit de druiven is gelopen wordt gebruikt.
Staat er Tokaji Szamorodni op de fles dessertwijn dan heb je een wijn die is gemaakt van een mix van gewone en overrijpe druiven doordat er hele trossen werden geplukt. Met de toevoeging édes is hij zoet, met száraz droger. Ook de modernere benaming ‘late harvest’ wordt soms gebruikt.
Late harvest
Staat er ‘late harvest’ op een fles dessertwijn of, in het Frans, ‘vendange tardive’, dan heb je te maken met druiven die later dan normaal werden geoogst, maar niet (of slechts deels) zijn aangetast door de botrytis-schimmel. De druiven bevatten dan meer suikers. De druivenrassen die ervoor worden gebruikt verschillen per land. Over het algemeen zijn late-harvest wijnen zoet, lekker fris en niet zo zwaar.
Ice-wine
Een land dat bekend is om zijn ice-wine is Canada. De druiven voor deze dessertwijn worden in bevroren toestand geplukt en uitgeperst. Ook dit geeft, naast frisheid, veel concentratie aan de wijn. In Duitsland heet de wijn Eiswein. IJswijn uit Duitsland heeft doorgaans meer zuren en een iets lager alcoholgehalte dan die uit Canada. Ook hier zijn de druivenrassen weer afhankelijk van het land waarin de wijn wordt gemaakt.
Muscat de Beaumes-de-Venise
Deze dessertwijn wordt in de Franse Rhônestreek gemaakt van muscat à petits grains. Tijdens de wijnbereiding voegt men neutrale alcohol toe aan de gistende most. Daardoor stopt de gisting. Nog niet alle suikers zijn dan vergist waardoor de wijn zoet blijft. Door het toegevoegde alcohol heeft de wijn een hoger alcoholpercentage dan ‘gewone’ wijn: meer dan 15%. Muscat de Rivesaltes wordt op dezelfde manier gemaakt, maar dan in de Languedoc-Roussillon. De wijn heeft, door de gebruikte muscat-druif, een fris en ‘druivig’ karakter. Laat men hem echter rijpen dan wordt het een zogenaamde ‘rancio’. Die is donkerder van kleur en de smaak krijgt meer tonen van gedroogd fruit, karamel, noten en cacao. Andere muscat-wijnen zijn o.a. Moscatel de Setubal uit Portugal en Muscat de Samos uit Griekenland.
Banyuls en Maury
Grenache is voor deze beide rode dessertwijnen uit de Franse Roussillon het belangrijkste druivenras. De druiven worden laat geoogst zodat ze veel suiker bevatten. Ook hier wordt de gisting gestopt door toevoeging van alcohol. Er worden verschillende stijlen gemaakt. Sommige wijnen worden direct gebotteld. Op het etiket staat ‘rimage’. De wijn is paarsrood, fris, en fruitrijk. Vaak ook laat men de wijn lange tijd oxidatief rijpen en wordt zo een ‘rancio’. Dat rijpen gebeurt vaak buiten in de volle zon in glazen bokalen, zogenaamde ‘bonbonnes’. Staat er ‘hors d’age’ op het etiket dan heb je te maken met een wijn die langere tijd oxidatief heeft gerijpt en proef je gedroogd fruit, karamel, noten, koffie en cacao.
Recioto della Valpolicella
Ook dit is een zoete rode dessertwijn. Hij komt uit het Italiaanse Veneto en wordt gemaakt van de druiven corvina, rondinella, molinara en corvinone in wisselende samenstelling. De druiven worden na de pluk in speciale goed geventileerde ruimtes op matjes of houten planken te drogen gelegd. Hierdoor verliezen ze een groot percentage van hun vocht. Vervolgens worden de druiven geperst en heel langzaam vergist. Door koeling wordt de vergisting gestopt waardoor nog veel restsuikers in de wijn aanwezig blijven. Doordat geen extra alcohol werd gebruikt om de vergisting te stoppen is het alcoholgehalte minder hoog dan in andere dessertwijnen, zo’n 13-14%.
Moscato d’Asti en Asti Spumante
Moscato d’Asti en Asti Spumante komen beiden uit het Italiaanse Piëmonte. Het zijn lichtzoete mousserende wijnen gemaakt van de muskaatdruif. De Moscato d’Asti heeft wat minder bubbels dan de Asti Spumante: maximaal 1,7 bar tegenover de 3,5-4 bar van een spumante. Die laatste heeft dan ook, net als een champagne, een ijzeren muselet om de kurk. Ook het alcoholgehalte verschilt. De Moscato d’Asti heeft maximaal 5,5%, de spumante tussen de 7,5 en 9%. De gisting wordt gestopt door koeling, zodat er genoeg restsuikers overblijven. De mousse komt in de wijn door toepassing van de ‘méthose charmat’, een tweede vergisting in tanks.
Brachetto d’Acqui
Brachetto d’Acqui is een niet zo bekende rode mousserende wijn, eveneens uit Piëmonte, Italië. De wijn heet naar de naam van de druif waarvan hij wordt gemaakt: brachetto. Hij wordt gemaakt zoals zijn witte broertjes hierboven beschreven. Er zijn verschillende varianten qua mousse en het alcoholgehalte schommelt tussen de 5 en 7%. Het is een lichte dessertwijn, van kleur en body. met veel fris rood fruit en de neus en mond. Door het lage alcoholgehalte en de frisheid een ideale wijn na een volumineuze maaltijd.
Cider
Cider is een licht mousserende drank gemaakt van appels. Het alcoholgehalte is laag, wat cider vaak een mooie, verfrissende afsluiter maakt van een diner waarbij wellicht al veel wijn is genuttigd.
En nog meer dessertwijnen?!
Natuurlijk zijn er nog veel meer wijnen die prima samengaan met een dessert. Denk aan port, sommige sherry’s
en natuurlijk… champagne.
Geniet van je dessert! En de wijn erbij!