De herfst klopt aan. Je merkt het in de lucht. Je jas gaat weer mee naar buiten. De keuken ruikt ineens vaker naar sudderende pannen. Dit is geen seizoen voor half werk. Dit is de tijd van stoofgerechten die uren pruttelen en van wijnen die dat tempo aankunnen. En precies daar komt Syrah het toneel o!
Syrah is een druif die vele geuren en smaken meebrengt. Deze zijn duidelijk en warm. Denk aan bramen zwarte bes en (bijna altijd) peper leer en tabak. Soms zelfs een hint van rook alsof de wijn zelf een avond bij het haardvuur heeft doorgebracht. Je merkt meteen dat dit een druif is die zich thuis voelt in de herfst.
Zet een stoof van rund of lam op tafel en schenk daar een Syrah bij. Alles valt op zijn plek. Het vlees heeft diepte en de wijn voegt daar kruidigheid en kracht aan toe. In de Rhône wordt Syrah strak en mineraal. Eleganter. Perfect bij gerechten die niet te zwaar zijn.
In Australië noemen ze hem Shiraz. Daar is de druif zonovergoten. Rijper voller met tonen van specerijen en cacao. Ideaal bij een rijke stoof of een kruidige saus.
Toch hoeft Syrah niet altijd groots en zwaar te zijn. Koel een fles licht terug tot veertien a zestien graden en je proeft hoe het fruit naar voren komt. Fris en levendig zonder de warmte te verliezen. Dat maakt Syrah verrassend veelzijdig.
Wat ik persoonlijk zo mooi vind is dat Syrah altijd iets van spanning meebrengt. Je hebt altijd “wat” in je glas zitten. Nog een tip. Je hoort mensen wel eens zeggen: “Dit is een wijn om mee te koken”. Vaak bedoelen ze dan. Hij is niet zo lekker dus doe hem maar door het eten. Maar nu daag ik je uit. Kook eens met een mooie wijn. Moet je eens opletten wat dat met je gerecht doet.
De herfst verdient een wijn! Syrah is die wijn. Warm kruidig en vol maar ook met frisheid.
Geniet ervan.
