Focaccia pizza, een alternatieve maaltijd-pizza
– met spinazie, roquefort & granaatappelmelasse –
Pizza, nooit meer zo lekker gegeten als in een onooglijk restaurantje ergens aan de Italiaanse bloemenriviera, jaren geleden. Nou smaakt bij mij het meeste eten in Zuid-Europese landen op de een of andere manier vaak net iets lekkerder. Het zal de zon wel zijn, maar voor die pizza zou ik nog wel eens een stukje om willen rijden. Ondanks dat pizza hier een heel gewone maaltijd is geworden, maak ik het thuis erg weinig, puur omdat ik altijd die ene zonnige pizza in mijn achterhoofd heb en dat wat ik uit mijn oven haal het dus net niet is.
Maak hem met spinazie, roquefort en granaatappel of kies je eigen beleg
Daarom nu eens wat anders geprobeerd, een alternatieve pizza van focaccia. En ik moet eerlijk zeggen, deze versie is gruwelijk lekker. En het mooie van dit recept is, dat je behalve dat je de basis, de focaccia, net zoals elke pizza kan beleggen met dat waar jij blij van wordt, het ook als los brood kan maken. Met wat olijven erin meegebakken en rozemarijn, oregano en een gemalen zeezout erover heen is dit een heerlijk brood om lekker bij wat smeersels te serveren.
Eén pizza voor vier personen
Omdat de bodem van deze alternatieve pizza behoorlijk wat zwaarder is dan een normale pizzabodem eet je met z’n vieren één pizza of kan je ook prima meer punten snijden om als hapjes neer te zetten. Juist omdat de bodem flink wat dikker is kan hij ook langer blijven staan dan een normale pizza. Het maken van deze alternatieve pizza kost je inclusief de rusttijd van het deeg ongeveer 5 kwartier.
De roquefort kan je natuurlijk prima vervangen door een gorgonzola en de granaatappelmelasse (granaatappelstroop), die zeker niet in elke winkel te krijgen is door een balsamicosiroop of balsamicoazijn met wat honing.
Wat heb je nodig voor 4 personen:
- bakplaat, met opstaande rand, ingevet
- keukenmachine met deeghaak (of anders met de hand het deeg kneden)
- oven op 230 graden
- schone theedoek om het deeg af te dekken
Ingrediënten:
- 450 gram bloem
- zakje gedroogde gist (ca 7 gram)
- 1 tl zout
- 4 el zonnebloemolie
- 300 ml lauw warm water
- 2 uien, geschild, in ringen
- 300 gram verse (wilde) spinazie, schoongemaakt, gebruik je wilde spinazie haal dan de harde steeltjes eraf
- 4 el granaatappelpitjes
- granaatappelmelasse (of balsamicosiroop)
- 200 gram roquefort
- olijfolie
- vers gemalen peper en zeezout
Maak eerst het deeg voor de bodem. Meng bloem, gist, en zout en voeg langzaam water en 3 eetlepels olie toe en laat de machine nog 10 minuten op halfhoge stand mixen. Leg de bal die je nu hebt op de bakplaat en klop met je vingers of de bolle kant van een lepel voorzichtig op de bol totdat het deeg ongeveer gelijkmatig is verdeeld en een dikte heeft van 2 cm. Dek de plaat dan af met de theedoek (sla de randen om naar de onderkant) en laat op een warme, tochtvrije plek 45 minuten rusten.
Bestrijk het deeg met de rest van de olie en maak met een natte duim kleine kuiltjes in het deeg. Wil je alleen het brood maken doe dan nu de olijven in de kuiltjes en strooi de kruiden en het zout er op. Doe de bakplaat in de oven en bak ongeveer 15 minuten, totdat de bovenkant mooi goudbruin is.
Terwijl de focaccia staat te bakken maak je de topping. Bak de ui zacht in een flinke scheut olijfolie. Als de ui mooi glazig is voeg dan de spinazie toe en laat deze slinken. Breng op smaak met zout en peper. Bak op het laatste moment heel even de granaatappelpitjes mee.
Haal de focaccia uit de oven en verdeel het spinaziemengsel over het brood. Verdeel de roquefort over het brood (de kaas smelt nu een beetje) en besprenkel met granaatappelmelasse naar smaak. Geniet!
Eet lekker!