Gado Gado – Comfort food en groente gaan meestal niet samen. Behalve wanneer je deze Gado Gado maakt. Een mengsel van gekookte en rauwe groenten, overladen met een smakelijke zelfgemaakte pindasaus, eitje en gebakken uitjes. De pindasaus smaakt fris door de limoen en koriander. Bovendien zit je ook meteen aan de dagelijks aanbevolen 250 gram groenten. Wat wil je nog meer!
Wat is Gado Gado?
Gado Gado is een Indisch/Indonesisch (ik weet nooit wat nu precies politiek correct is in deze) bijgerecht van (rauwe) gemengde groenten (soms aangevuld met tofu), een gekookt ei en pindasaus. Gado betekent iets van mengsel; een meervoudig mengsel dus. Bij de Chinees zit er meestal vooral smakeloze ijsbergsla en taugé door, aangevuld met een flintertje rode paprika voor de kleur, een stukje komkommer, doorgebakken omelet en een dikke kwak pindasaus, waarop inmiddels zacht geworden stukjes kroepoek drijven. Née, zo hoor je hem dus niet te maken. Kroepoek is not done (maar serveer het er gerust bij hoor, als je er van houdt), gebakken uitjes mogen weer wel. Ook de omelet hoort er niet in thuis, een gekookt ei (veel lekkerder hierbij) overigens weer wel.
Hoewel het officieel een bijgerecht is, eet ik Gado Gado regelmatig als hoofdgerecht. De salade zit boordevol groenten en vult meer dan genoeg dankzij de pindasaus en het eitje. Kook voor grote eters overigens rustig nog een eitje extra!
Gado Gado
Bijgerecht voor 3 à 4 personen:
- 250 gr. sperzieboontjes
- 4 eieren
- 1 winterpeen
- 1 à 2 rode paprika’s
- 1 komkommer
- 1 Chinese kool
- 4 el. gebakken uitjes
Voor de frisse pindasaus met limoen en koriander:
- 2 flinke el. smeuïge pindakaas (+/- 150 gram)
- 1 el. ketjap
- 1 tl. sambal (manis)
- ½ tl. ketoembar (gemalen korianderzaad)
- ¼ tl. djinten (gemalen komijnzaad)
- ¼ tl. gemberpoeder
- ½ bosje koriander
- ½ limoen
- klein blikje (+/- 250 ml.) kokosmelk
Zo maak je gado gado:
Was alle groenten. Snijd de uiteinden van de sperzieboontjes en kook ze gaar (+/- 15 à 20 minuten) in een bodempje water van +/- 4 cm.
Prik een gaatje onder in de eieren en kook ze 8 à 10 minuten, zodat ze hard zijn.
Ondertussen snijd je de winterpeen in lucifershoutjes. Misschien wil je de winterpeen eerst schrappen of schillen. Je kunt de winterpeen rauw serveren, ik blancheerde hem even (dwz een paar minuten in kokend water leggen en dan onder koud water meteen afspoelen), omdat één van mijn gezinsleden prikogen krijgt van rauwe wortel. Kijk maar wat je daar mee wilt. Ik zou zeggen: rauw heeft de voorkeur en is wel zo makkelijk.
Snijd de komkommer in plakjes of staafjes, de paprika in (halve) reepjes en de Chinese kool kun je in plakjes snijden, dan worden het vanzelf sliertjes.
Laat de gare eitjes schrikken en laat ze afkoelen in koud water. Spoel de gare boontjes ook af onder koud water en laat ze even uitlekken.
Maak nu de saus:
Pers de halve limoen uit en doe alle ingrediënten – behalve de verse koriander in een steelpannetje dat je op een middelhoog vuurtje zet. Af en toe goed omroeren. Hak de koriander fijn van af de blaadjes, totdat je de laatste blaadjes te pakken hebt en gooi de rest van de steeltjes weg. Doe de blaadjes er pas op het laatst bij.
Pel ondertussen de eieren.
Zodra de saus kookt zal je merken dat hij opeens dikker wordt. Zet het vuur nu lager en laat het pruttelen totdat het de gewenste dikte heeft. Dat gaat overigens best snel. Zet het vuur dan uit en voeg de koriander toe.
Drapeer nu de groenten mooi over de borden, of hussel alles door elkaar en verdeel het dan, zoals je wilt. Schep er de saus over (nog warm vind ik het lekkerst), de eieren (door midden, heel of in plakjes, wat je maar wilt) en schep nog op elk bord een eetlepel gebakken uitjes. Selamat makan!
Liever een andere pindasaus over je gado gado? Probeer dan eens deze pindasaus.