Poitou-Charentes, vandaag met zout en cognac – Mijn laatste dag alweer. Om kwart voor 9 staat Cécile weer voor mijn neus om me mee te nemen voor een fietstocht en een bezoek aan de plek waar zout wordt gewonnen. Beetje beweging mag best na het heerlijke eten dat gisteravond op mijn bord verscheen. Qua prijs verschilde het eigenlijk niet zoveel van het restaurant in Melle waar ik de dag ervoor was, maar qua smaak en presentatie een compleet andere wereld. Ik had hier graag nog een nachtje langer gebleven, maar aan het eind van de middag wordt ik in Cognac verwacht, op zo’n 2 uur landinwaarts hiervandaan.
In het zuidelijk deel van Île d’Oléron vind je de meeste bossen, prachtige stranden en voor wie ultiem wil relaxen zelfs een Thalasso Centrum. Vanuit Saint-Trojan-le Bains rijdt er een treintje dat je naar prachtige stranden brengt. Maar als je slim bent huur je een fiets en ga je zelf die kant op. Overal op het eiland zijn trouwens fietspaden en omdat je op een eiland zit kom je altijd wel bij een strand uit!
Port des Salines
Mijn laatste stop op het eiland is de ‘Port des Salines’, de zoutwinningshaven. Lang geleden was het zout uit deze streek beroemd en schepen vol vertrokken richting Noord-Europa. Veel van de oudere claires werden vroeger gebruikt voor zoutwinning. Tegenwoordig is dit ambacht bijna uitgestorven op het eiland, maar in deze zouthaven kan je nog goed zien wat er nodig is om echt zeezout te winnen op de traditionele manier.
Het zeewater wordt via verschillende bekkens geleid naar de plek waar uiteindelijk het zout zal worden gewonnen. En zo wordt 33 gram zout per liter water via verdamping door zon uiteindelijk 200 tot 400 gram zout per liter water. Het heeft de afgelopen dagen geregend en er zijn dus geen bergjes zout te zien. Weer teruggespoeld en omdat er weer vers water bij de bekens gekomen is er eerst weer behoorlijk wat zon nodig om het extra water te verdampen. Hier wordt buiten het kookzout ook het beroemde Sel de Fleur gewonnen. Dit is het zout dat zich als een dun laagje ijs boven op het water vormt en met een soort grote zeef afgeschept wordt. Regent het, staat er te veel wind dan zakt het zout naar de bodem, verandert het van kleur en ook van smaak. Fleur de Sel moet daarom ook direct geoogst worden en is maar 5% van de uiteindelijke zoutopbrengst.
Het kookzout, zoals het hier genoemd wordt is grijzer van kleur en dat komt omdat het op de (klei)bodem ligt. Heel voorzichtig wordt het ervan af geschraapt en aan de kant gelegd om te drogen. Ik proef beide soorten en er is een duidelijk verschil, probeer het eens, verschillende soorten zout naast elkaar proeven. Het ene zout is echt het andere niet. Dat en het werk dat erin zit verklaart ook de prijs. Bedenk dat er in een jaar eigenlijk maar 3 maanden geoogst kan worden en de rest van het jaar gebruikt wordt om de bekkens schoon te maken en weer klaar te maken voor de nieuwe oogstperiode.
Ik neem afscheid van Cécile en haar prachtige eiland. Ik had hier graag nog een dag langer gebleven en ik kom hier zeker nog terug! Merci Cécile!
Cognac
Rond het middaguur vertrek ik richting Cognac in het departement Charente, in het zuid-oosten van de regio. Langzaam verandert het vlakke land in glooiende heuvels. Bij een bezoek aan deze regio mag de Cognac absoluut niet ontbreken. Het is zelfs misschien een beetje aan de Nederlanders te danken dat er nu zoiets als cognac bestaat (als dit verhaal tenminste echt klopt). De havens aan de kust van Poitou-Charentes werden regelmatig aangedaan door de Hollanders. Vol met wijn en zout vertrokken de schepen weer richting huis. De wijn die meegenomen werd had een beperkte houdbaarheid en daarom kwam de vraag de wijn te distilleren. Dit werd brandewijn en werd eenmaal aangekomen in het Noorden van Europa weer aangelengd met water. Tot op de dag dat de brandewijn wat langer in een vat was blijven liggen en een ware lekkernij bleek. Het distilleerproces werd later nog verbeterd en er kwam een tweede distillatie, die samen met het rijpen op eiken fusten zorgt voor de cognac zoals wij hem nu kennen.
Cognac heeft het Franse keurmerk AOC (appellation d’origine contrôlée) en dat betekent onder andere dat Cognac alleen uit een specifiek gebied moet komen. Al het andere, dat misschien wel op dezelfde manier geproduceerd wordt, maar van buiten het gebied komt wordt meestal brandy genoemd en mag niet de naam Cognac dragen. De basis van Cognac is witte wijn van specifieke druivenrassen. Een proces van twee keer distilleren, rusten in eikenhouten vaten (die ook alleen weer uit een bepaalde streek moeten komen) en een minimale rusttijd van 2,5 jaar maken van de witte wijn uiteindelijk cognac.
Courvoisier in Jarnac
In de plaats Cognac vind je verschillende grote cognacnamen, maar ik rijd door naar Jarnac op 20 minuten van Cognac, waar aan de rivier de Charante het prachtige kasteel staat, waar de familie Courvoisier ooit begonnen is. Alleen voor de locatie zou je hier al heen moeten, maar ik zou er zeker één van de rondleidingen bij boeken, want dan begrijp je precies wat erbij komt kijken om deze heerlijke drank uiteindelijk in de fles te krijgen. Ik mag wat onderdelen doen van de verschillende tours en omdat ik vooral geïnterreseerd ben in de combinatie met eten zit er een hele bijzondere proeverij bij.
In het museum zie je natuurlijk de geschiedenis van Courvoisier en wordt de link met Napoleon duidelijk gemaakt. De legende vertelt dat, toen Napoleon naar St. Helena verbannen werd, hij een kist Courvoisier meenam, maar vanuit brieven die je in het museum ziet blijkt dat Napoleon al veel eerder fan was. Ik wordt meegenomen naar het Paradijs en in dit kasteel is dit, in tegenstelling tot dat wat je verwacht, in de kelders. Achter een dikke deur met een groot slot en verschillende alarmsystemen liggen de oudste flessen verstopt. Van 1789 tot nu staan (cognac moet je niet liggend bewaren!) hier de meest bijzondere flessen. Tijdens een officiële premium tour wordt er op deze plek ook geproefd, maar ik moet nog even wachten, want op mij wacht een speciale proeverij in het kasteel zelf.
Cognac alleen na het eten?
Cognac is namelijk niet alleen iets voor een donkerbruine salon met sigaarrokende mannen, in een cocktail of als drankje na het eten, maar kan ook heel goed in de keuken gebruikt worden. Denk maar aan gamba’s, die je afblust met een scheutje cognac. Of zoals als suggestie werd aangegeven: risotto met een scheutje cognac in plaats van witte wijn. Maar ook met desserts is een combinatie met cognac snel gelegd. Scheutje cognac door je crème brulée bijvoorbeeld. Vanaf de maand oktober kan je een hele bijzondere premium tour doen bij Courvoisier, dan gaat namelijk de Tour Cognac et Truffes van start. De combinatie met truffles schijnt heel bijzonder te zijn en Courvoisier gaat deze twee samenbrengen.
Ruiken en proeven
Niet voor mij, ik ga de combi met zoet proeven. En ruiken, want ruiken is essentieel bij het proeven. Courvoisier heeft hiervoor een van de kamers in het oude kasteel ingericht. Om ervoor te zorgen dat ik mij alleen concentreer op ruiken en proeven zijn de gordijnen dicht en krijg ik een oogmasker op. Een speciaal apparaat stuurt een vleug van een geur mijn kant op en ik moet bedenken wat dit is. Daarna ruik ik de cognac om te kijken of ik deze geur ook kan ontdekken in de drank. Zo komen vanille, sinaasappel en bloemen voorbij. Masker gaat af en er liggen 3 hapjes voor me. Nu gaat het erom wat de smaak van vanille, sinaasappel en chocolade doen met de cognac in je mond. En werkelijk, het lijkt of ik 3 keer iets anders drink, terwijl het uit hetzelfde glas komt. Een bijzondere ervaring, die ik zeker kan aanraden.
Met natuurlijk een fles cognac in mijn tas rijd ik terug naar mijn hotel in Cognac. Vanavond kan ik op het terras van mijn cabanne, met uitzicht over de rivier de Charente (overigens prachtig hotel Quai des Pontis, doen als je in Cognac moet overnachten!), nog eens rustig een glas drinken van deze heerlijke drank en de afgelopen dagen aan mij voorbij laten trekken. Morgen vertrek ik alweer richting Nederland, mijn hoofd suist van alle indrukken en alle verhalen en ik heb het gevoel alsof ik wel twee keer zo lang geweest ben. Heerlijk moment, dit nog even mijmeren op mijn terrasje aan de rivier.
Waarom???
Want waarom laten we dit deel van Frankrijk links liggen? De afgelopen dagen heb ik gezocht naar een ‘waarom’. Waarom ik hier, buiten een snelle D-tour een paar jaar geleden naar de Marennes, ook zelf nooit eerder ben gestopt. En ineens weet ik het. Op deze plek wordt Noord Frankrijk, Zuid Frankrijk. Het is een grensgebied, op dit punt rijd je nog een stukje door richting huis om te overnachten, zodat die laatste dag niet zo lang meer is. Of ben je er bijna als je voor de zuiderlijkste stranden kiest en wil je diezelfde avond toch eigenlijk wel met een wijntje op je terras zitten.
En dat maakt het een stukje Frankrijk, waarvan de Fransen zelf donders goed weten dat het een mooi plekje is en daar maar wat graag hun vakantie doorbrengen. Het maakt het een plek waar een verdwaalde Nederlandse toerist op zoek gaat naar de oesters, mosselen en een museum en misschien het Futuroscope een bezoek brengt. Maar voor mij en ik denk voor veel anderen, is het de regio, die we snel voorbij rijden op weg naar de eindbestemming. Veel te snel! Nu ik hier een paar dagen doorgebracht heb vind ik eigenlijk dat de Poitou Charentes eens de eindbestemming moet zijn. Het is hier allemaal: steden, stranden, geweldige golven of juist niet, cultuur, heerlijke restaurantjes, buitenactiviteiten, bossen en heel veel fietspaden. Je zou toch wel suf zijn als je nog eens een paar honderd kilometer extra rijdt!
Zoutwinning: www.oleroneiland.nl
Courvoisier: www.courvoisier.com
Hotel: www.quaidespontis.com
Diner: www.bistro-de-claude.com
Buro Toerisme Poitou-Charentes: www.atlantische-kust-frankrijk.nl